
De Suezcrisis van 1956, ook wel bekend als de Tweede Arabisch-Israëlische Oorlog of de Tripartite Aggressie, was een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in de naoorlogse geschiedenis van het Midden-Oosten. De crisis, die ontstond door de nationalisatie van het Suezkanaal door de Egyptische president Gamal Abdel Nasser en de daaropvolgende militaire interventie van Israël, Groot-Brittannië en Frankrijk, leidde tot grote geopolitieke veranderingen.
Inhoudsopgave
De Aanloop naar de Crisis
Het Suezkanaal, geopend in 1869, was een cruciale scheepvaartroute die de Middellandse Zee met de Rode Zee verbond. Het kanaal speelde een belangrijke rol in de handel tussen Europa en Azië, en Groot-Brittannië en Frankrijk hadden jarenlang grote belangen in het beheer ervan. In 1956 besloot de Egyptische president Nasser het kanaal te nationaliseren, nadat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië hun financiering voor de bouw van de Aswandam hadden ingetrokken. Dit leidde tot een escalatie van spanningen, omdat Groot-Brittannië en Frankrijk vreesden dat hun invloed in de regio zou afnemen en hun toegang tot de olieroutes in gevaar zou komen.
De nationalisatie van het kanaal werd door Nasser gepresenteerd als een daad van soevereiniteit en een symbool van de anti-imperialistische strijd van de Arabische wereld. De Britse en Franse regeringen beschouwden het echter als een provocatie en zagen het als een directe bedreiging voor hun economische en strategische belangen. Dit leidde tot geheime onderhandelingen tussen Groot-Brittannië, Frankrijk en Israël om een gezamenlijke militaire operatie tegen Egypte te plannen.
Militaire Invasie en Internationale Reacties
De Suezcrisis escaleerde snel toen op 29 oktober 1956 Israëlische troepen de Sinaï binnentrokken. Deze invasie was een vooraf geplande manoeuvre, in nauwe samenwerking met Groot-Brittannië en Frankrijk, die de militaire operatie gebruikten om hun eigen belangen in Egypte veilig te stellen. De invasie had tot doel de Egyptische blokkade van de Straat van Tiran op te heffen en het Suezkanaal, dat inmiddels door Nasser was genationaliseerd, weer onder internationale controle te brengen.
De Israëlische Invasie van de Sinaï
Israël begon zijn militaire campagne met een snel en goed gecoördineerd offensief in de Sinaï-woestijn, bekend als “Operatie Kadesh.” Het doel van deze operatie was om de Egyptische Sinaï te veroveren en het Suezkanaal te bereiken. De Israëlische strijdkrachten, onder leiding van generaal Moshe Dayan, streefden ernaar de Egyptische blokkades van de Straat van Tiran op te heffen. Deze blokkades verhinderden Israëlische schepen om via de Rode Zee toegang te krijgen tot de Aziatische en Afrikaanse markten. Daarnaast wilde Israël de militaire macht van Egypte aanzienlijk verzwakken.
De Israëlische troepen rukten snel op, waarbij ze cruciale strategische punten, zoals het vliegveld van El-Arish, innamen. De snelheid en het succes van het offensief waren een verrassing voor Egypte. Hoewel Egypte over een groter aantal troepen en moderne Sovjet-wapens beschikte, kon het land de goed georganiseerde Israëlische troepen niet effectief tegenhouden. Binnen enkele dagen had Israël grote delen van de Sinaï-woestijn veroverd en was het opgerukt tot dicht bij het Suezkanaal.
De Britten en Fransen Betreden het Toneel
Twee dagen na de Israëlische invasie stelden Groot-Brittannië en Frankrijk een ultimatum aan zowel Israël als Egypte, waarin ze eisten dat beide partijen zich zouden terugtrekken uit het kanaalgebied. Toen Egypte weigerde, begon op 5 november 1956 de gezamenlijke Britse en Franse militaire operatie. Het doel was om controle te herwinnen over het Suezkanaal en de Egyptische president Nasser te verzwakken, die ze zagen als een destabiliserende kracht in de regio.
De Britse en Franse troepen voerden luchtbombardementen uit op belangrijke militaire installaties en trokken vervolgens op naar de stad Port Said, aan de noordkant van het Suezkanaal. De aanval werd gekenmerkt door het gebruik van amfibische landingen, waarbij Britse en Franse parachutisten werden ingezet om strategische punten te beveiligen.
De militaire acties verliepen aanvankelijk succesvol, met name door de technologische en tactische superioriteit van de westerse legers. Port Said werd ingenomen en de controle over het noordelijke deel van het Suezkanaal leek verzekerd. Toch werd het succes op het slagveld al snel overschaduwd door toenemende internationale druk om de vijandelijkheden te staken.
Diplomatieke Druk van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie
Terwijl Groot-Brittannië, Frankrijk en Israël hun militaire doelen bijna bereikt hadden, groeide de diplomatieke druk van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie om het conflict te beëindigen. De Koude Oorlog was op zijn hoogtepunt, en zowel de Amerikanen als de Sovjets wilden voorkomen dat het Midden-Oosten in een grootschalige oorlog zou worden meegesleurd.
De Amerikaanse president Dwight D. Eisenhower was fel tegen het gebruik van geweld door zijn bondgenoten in het Midden-Oosten, niet in de laatste plaats omdat hij vreesde dat de Suezcrisis de Arabische wereld richting de Sovjet-Unie zou drijven. Eisenhower waarschuwde de Britten en Fransen dat als ze hun militaire campagne voortzetten, de Verenigde Staten zouden overwegen financiële sancties op te leggen, met name door het verkopen van Amerikaanse staatsobligaties in Britse pond sterling, wat een ernstige devaluatie van de Britse munt zou veroorzaken.
Aan de andere kant deed de Sovjetpremier Nikolai Boelganin een directe dreiging aan het adres van Groot-Brittannië, Frankrijk en Israël. Hij waarschuwde dat de Sovjet-Unie bereid was om “raketten af te vuren” op deze landen als zij hun invasie van Egypte niet staakten. Hoewel deze dreiging wellicht meer symbolisch dan reëel was, vergrootte het de spanning in de internationale gemeenschap.
De Verenigde Naties en het Staakt-het-Vuren
Onder druk van zowel de Verenigde Staten als de Sovjet-Unie, en geconfronteerd met internationale veroordeling, werd een resolutie in de Verenigde Naties aangenomen waarin werd opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Op 7 november 1956 stemden de strijdende partijen in met een staakt-het-vuren, onder leiding van de VN. Een VN-vredesmacht, de United Nations Emergency Force (UNEF), werd ingesteld om toezicht te houden op de terugtrekking van de troepen en om de vrede in het gebied te handhaven.
Het staakt-het-vuren betekende het einde van de vijandelijkheden, maar voor veel betrokken landen had het conflict verreikende politieke gevolgen. Israël had militaire successen geboekt in de Sinaï, maar werd gedwongen zich terug te trekken onder internationale druk. Groot-Brittannië en Frankrijk werden internationaal vernederd en zagen hun invloed in het Midden-Oosten aanzienlijk afnemen.
Geopolitieke Gevolgen van de Suezcrisis
De gevolgen van de Suezcrisis waren diepgaand en werden op verschillende niveaus gevoeld, zowel regionaal als internationaal. De crisis betekende het einde van de Britse en Franse invloed als dominante grootmachten in het Midden-Oosten, versterkte de positie van president Gamal Abdel Nasser en had een blijvende impact op de wereldorde tijdens de Koude Oorlog.
Het Definitieve Einde van het Britse en Franse Imperium
De Suezcrisis wordt door veel historici beschouwd als het moment waarop Groot-Brittannië en Frankrijk hun status als wereldmachten definitief verloren. Voor Groot-Brittannië was de crisis een bittere nederlaag. Het mislukte avontuur ondermijnde het vertrouwen in de Britse regering, leidde tot het aftreden van premier Anthony Eden, en betekende een aanzienlijke vermindering van de Britse invloed in het Midden-Oosten.
Groot-Brittannië had sinds de 19e eeuw een dominante positie gehad in het Midden-Oosten, grotendeels gebaseerd op haar controle over het Suezkanaal en de strategische belangen in de regio. Na de Suezcrisis werd duidelijk dat het land niet langer in staat was om zelfstandig een grote militaire operatie uit te voeren zonder steun van de Verenigde Staten. De financiële en diplomatieke druk van de Amerikanen dwong Groot-Brittannië om haar troepen terug te trekken, wat een zware klap was voor het nationale prestige.
Voor Frankrijk, dat eveneens aanzienlijke belangen in de regio had, was de uitkomst van de crisis niet minder teleurstellend. Frankrijk zag Nasser als een bedreiging voor haar invloed in Noord-Afrika, vooral in Algerije, waar het FLN (Front de Libération Nationale) werd gesteund door Egypte in de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. De Franse premier Guy Mollet had gehoopt Nasser te verzwakken, maar de crisis versterkte zijn positie alleen maar, wat de Franse koloniale ambities verder verzwakte.
De Opkomst van Nasser en het Pan-Arabisme
Een van de belangrijkste winnaars van de Suezcrisis was Gamal Abdel Nasser zelf. Ondanks de militaire nederlaag van Egypte en de bezetting van delen van de Sinaï en het Suezkanaal door Israël, Groot-Brittannië en Frankrijk, kwam Nasser sterker uit de crisis dan ooit tevoren. Hij werd gezien als een held in de Arabische wereld en een symbool van verzet tegen het westerse imperialisme.
Nasser’s triomf gaf nieuw leven aan het pan-Arabisme, een ideologie die streefde naar eenheid van de Arabische wereld onder één leider. Zijn succes in het verzetten tegen de westerse machten inspireerde nationalistische bewegingen in andere Arabische landen en leidde tot nauwere samenwerking tussen Egypte en andere Arabische staten. De Suezcrisis werd een keerpunt voor de Arabische wereld, waarin Nasser een centrale rol speelde als leider van de anti-imperialistische beweging.
De Koude Oorlog en de Supermachten
De Suezcrisis vond plaats in de context van de Koude Oorlog, en de betrokkenheid van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie had blijvende gevolgen voor de internationale machtsverhoudingen. De crisis markeerde het begin van een intensievere Amerikaanse betrokkenheid bij het Midden-Oosten, en het onderstreepte het belang van olie en strategische controle over de regio.
De Verenigde Staten hadden tijdens de crisis een cruciale rol gespeeld in het beëindigen van het conflict door diplomatieke druk uit te oefenen op hun Europese bondgenoten. Het resultaat was dat de invloed van de VS in het Midden-Oosten toenam, terwijl Groot-Brittannië en Frankrijk gedwongen werden zich terug te trekken. Dit leidde tot de zogenaamde Eisenhower-doctrine, waarbij de VS beloofden militaire en economische steun te bieden aan landen in het Midden-Oosten die bedreigd werden door communistische invloeden.
Aan de andere kant zag de Sovjet-Unie de crisis als een kans om haar invloed in de Arabische wereld uit te breiden. Door Nasser te steunen, kon de Sovjet-Unie haar aanwezigheid in het Midden-Oosten versterken en de anti-westerse sentimenten in de regio voeden. De Suezcrisis zorgde er zo voor dat de Koude Oorlog zich verder uitbreidde naar het Midden-Oosten, waar de twee supermachten vochten om invloed en bondgenoten.
De Opkomst van Internationale Diplomatie
Een van de blijvende lessen van de Suezcrisis was het belang van internationale diplomatie en het gebruik van multilaterale organisaties zoals de Verenigde Naties om conflicten op te lossen. De oprichting van de United Nations Emergency Force (UNEF) om de vrede in het Suezkanaalgebied te handhaven, was een van de eerste voorbeelden van VN-vredeshandhaving in een internationaal conflict.
De crisis toonde aan dat militaire interventie niet langer het enige middel was om internationale geschillen op te lossen, vooral in het nucleaire tijdperk van de Koude Oorlog. De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie waren het erover eens dat verdere escalatie moest worden vermeden, en diplomatieke druk werd een steeds belangrijker instrument in internationale relaties. Dit model zou later worden toegepast in andere conflicten, zoals de Vietnamoorlog en de conflicten in het Midden-Oosten.
Conclusie
De Suezcrisis van 1956 had diepgaande en langdurige gevolgen voor de geopolitieke verhoudingen in het Midden-Oosten en de wereld. De crisis markeerde het einde van het koloniale tijdperk voor Groot-Brittannië en Frankrijk, en het begin van een periode waarin de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie streden om invloed in de regio. Voor Egypte en de Arabische wereld was de crisis een overwinning voor het nationalisme en de anti-imperialistische strijd, en Nasser kwam naar voren als een leider van internationale betekenis.
Hoewel de militaire campagne succesvol was voor Israël, Groot-Brittannië en Frankrijk in termen van hun onmiddellijke doelen, toonde de diplomatieke nasleep aan dat de wereldorde aan het veranderen was. Multilaterale instellingen zoals de Verenigde Naties speelden een steeds belangrijkere rol bij het oplossen van conflicten, en de machtsbalans verschoof naar de twee supermachten van de Koude Oorlog.
Bronnen en meer informatie
- Shlaim, Avi. The Iron Wall: Israel and the Arab World. Norton, 2000.
- Afbeelding: Fleet Air Arm official photographer, Public domain, via Wikimedia Commons
- Kyle, Keith. Suez: Britain’s End of Empire in the Middle East. I.B. Tauris, 2011.
- Yergin, Daniel. The Prize: The Epic Quest for Oil, Money, and Power. Simon & Schuster, 1991.
- Neff, Donald. Warriors at Suez: Eisenhower Takes America into the Middle East. Simon & Schuster, 1981.
- Pearson, Lester B. Peacekeeping in the Middle East: Reflections on the UNEF Experience. United Nations University, 1974.