Oorsprong en opkomst van de NSDAP in Duitsland

Adolf Hitler en Franz Xaver Schwarz bij de opening van het "Braune Haus" in München, voormalig Palais Barlow, 1930.
Adolf Hitler en NSDAP-reichsschatzmeister Franz Xaver Schwarz bij de ceremonie ter opening van het "Braune Haus" in München, 1930.

De Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP), informeel bekend als de Nazipartij, was een extreemrechtse politieke partij die actief was in Duitsland van 1920 tot 1945. De partij vormde de ideologische basis voor het nationaalsocialisme en groeide uit een kleine, radicale beweging tot de dominante politieke macht in Duitsland. Deze transformatie vond plaats tegen de achtergrond van economische en politieke instabiliteit, met een grote rol voor Adolf Hitler, die in 1933 rijkskanselier werd.

Oorsprong en oprichting van de NSDAP

De Duitse Arbeiderspartij (DAP)

De voorloper van de NSDAP was de Duitse Arbeiderspartij (Deutsche Arbeiterpartei, DAP), opgericht in januari 1919 in München door Anton Drexler en Karl Harrer. De partij richtte zich op nationalistische en antisemitische ideeën en was een reactie op de politieke en economische chaos in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Drexler benadrukte een combinatie van nationalisme en een vorm van economische socialisme, bedoeld om de lagere en middenklasse te mobiliseren tegen zowel het communisme als internationale kapitalistische invloeden.

Hoewel de DAP klein begon, trok zij de aandacht van het leger, dat vreesde voor een communistische revolutie. In september 1919 woonde een jonge korporaal, Adolf Hitler, een bijeenkomst van de DAP bij, aanvankelijk als waarnemer namens het leger.

Adolf Hitler’s toetreding

Hitler, gefascineerd door de ideologie en het potentieel van de partij, sloot zich in 1919 aan bij de DAP. Zijn talent als redenaar maakte al snel indruk op de leden. Mede door zijn charisma en overtuigingskracht werd hij in 1920 benoemd tot hoofd van propaganda. Onder zijn leiding veranderde de DAP haar naam in de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Deze nieuwe naam weerspiegelde de combinatie van nationalistische en socialistische elementen, bedoeld om een breed publiek aan te spreken.

De vroege ideologie en doelen van de NSDAP

Het 25-puntenprogramma

In februari 1920 presenteerde Hitler, samen met Drexler en Gottfried Feder, het 25-puntenprogramma, het officiële manifest van de NSDAP. Dit programma omvatte een mix van nationalistische, antisemitische en anti-kapitalistische standpunten. Het pleitte onder meer voor het annuleren van het Verdrag van Versailles, de uitsluiting van Joden uit de Duitse samenleving en het verenigen van alle Duitsers in één natiestaat.

Hoewel sommige punten socialistisch van aard leken, zoals het eisen van winstdeling en sociale hervormingen, dienden deze vooral om de steun van de arbeidersklasse te winnen. In werkelijkheid bleef de partij sterk gericht op de bescherming van de belangen van de middenklasse en kleine ondernemers.

Begin van publieke activiteiten

Toespraken en propaganda

De NSDAP maakte gebruik van toespraken en bijeenkomsten om haar boodschap te verspreiden. Hitler ontwikkelde een effectieve propaganda-strategie, waarbij hij economische problemen en nationale vernedering na de Eerste Wereldoorlog centraal stelde. Zijn krachtige toespraken trokken steeds meer toehoorders, en de partij groeide gestaag in ledenaantal.

Vroeg conflict en groei

De partij stuitte aanvankelijk op weerstand, zowel van de Duitse autoriteiten als van andere politieke groeperingen. Toch slaagde Hitler erin om een trouwe kern van aanhangers te vormen. De introductie van de Sturmabteilung (SA), een paramilitaire tak, versterkte de NSDAP’s vermogen om politieke tegenstanders fysiek te confronteren en intimidatie in te zetten als middel om invloed te verkrijgen.

De groei van de NSDAP en de politieke context in het interbellum

De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog

De opkomst van de NSDAP kan niet los worden gezien van de economische en politieke instabiliteit die Duitsland in het interbellum teisterde. Het Verdrag van Versailles (1919) legde zware herstelbetalingen en territoriale verliezen op aan Duitsland, wat leidde tot een breed gevoel van nationale vernedering. De economische crisis werd verergerd door hyperinflatie in de vroege jaren 1920, waardoor veel Duitsers hun vertrouwen in de democratische Weimarrepubliek verloren.

Deze onvrede vormde een vruchtbare bodem voor politieke extremisme. De NSDAP, met haar nadruk op het herwinnen van nationale trots en het terugdraaien van het Verdrag van Versailles, wist deze onvrede te kapitaliseren en haar aanhang uit te breiden.

Het Bierkellerputsch (1923)

In november 1923 deed Hitler een poging om de macht te grijpen tijdens de zogenaamde Bierkellerputsch in München. Geïnspireerd door Benito Mussolini’s “Mars op Rome” probeerde Hitler de Beierse regering omver te werpen en een nationale revolutie te ontketenen. De opstand mislukte echter toen de Beierse autoriteiten en het leger de coup snel neersloegen.

Hitler werd gearresteerd en in 1924 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens hoogverraad. Tijdens zijn gevangenschap in de Landsberg-gevangenis schreef hij Mein Kampf, waarin hij zijn politieke visie en plannen uiteenzette. Hoewel hij na slechts negen maanden werd vrijgelaten, had de mislukte putsch een belangrijke les geleerd: de NSDAP moest de macht via legale middelen zien te verkrijgen.

De heroprichting en reorganisatie van de NSDAP

Na zijn vrijlating in 1924 hervormde Hitler de NSDAP. De partij werd opnieuw opgericht en Hitler herbevestigde zijn leiderschap. In plaats van gewelddadige opstanden richtte de partij zich nu op het opbouwen van een brede electorale basis. Deze strategie werd gecombineerd met een sterke nadruk op propaganda, georganiseerd door Joseph Goebbels, die in 1926 werd aangesteld als Gauleiter van Berlijn.

De NSDAP bleef echter aanvankelijk klein. Bij de rijksdagverkiezingen van 1928 behaalde de partij slechts 2,6% van de stemmen, wat neerkwam op 12 zetels. De partij werd grotendeels genegeerd door de grotere politieke bewegingen van die tijd.

De Grote Depressie en de doorbraak van de NSDAP

De wereldwijde economische crisis van 1929, veroorzaakt door de beurscrash in de Verenigde Staten, had verwoestende gevolgen voor Duitsland. De werkloosheid steeg naar recordhoogten en het vertrouwen in de Weimarrepubliek bereikte een dieptepunt. Deze crisis gaf de NSDAP een kans om zich te profileren als een alternatief voor de falende democratische regering.

Hitler gebruikte de economische problemen als speerpunt in zijn toespraken, waarin hij de schuld gaf aan het Verdrag van Versailles, communisten en Joodse financiers. Tegelijkertijd benadrukte de partij een terugkeer naar traditionele waarden en een sterk leiderschap. Deze boodschap vond weerklank bij grote delen van de bevolking, vooral bij de lagere middenklasse en werklozen.

Bij de rijksdagverkiezingen van 1930 behaalde de NSDAP 18,3% van de stemmen, waarmee ze de op een na grootste partij werd in het parlement. Dit markeerde het begin van de politieke doorbraak van de partij.

De rol van de SA en SS

De Sturmabteilung (SA) speelde een belangrijke rol in de groei van de NSDAP door fysieke intimidatie van politieke tegenstanders en het organiseren van spectaculaire marsen en bijeenkomsten. Tegelijkertijd werd in 1925 de Schutzstaffel (SS) opgericht, aanvankelijk als een persoonlijke lijfwacht voor Hitler. Onder leiding van Heinrich Himmler groeide de SS uit tot een eliteorganisatie binnen de partij, die uiteindelijk verantwoordelijk werd voor enkele van de grootste misdaden van het regime.

De groei van deze paramilitaire organisaties versterkte de uitstraling van de NSDAP als een beweging die daadkracht en orde kon brengen in een periode van chaos.

Verkiezingssuccessen en politieke coalities

In de verkiezingen van juli 1932 behaalde de NSDAP 37,3% van de stemmen, waarmee het de grootste partij in de Rijksdag werd. Ondanks deze overwinning slaagde Hitler er niet direct in om rijkskanselier te worden, omdat andere partijen en president Paul von Hindenburg aanvankelijk terughoudend waren om hem de macht te geven. Uiteindelijk werd Hitler op 30 januari 1933 benoemd tot rijkskanselier, dankzij een coalitie tussen de NSDAP en conservatieve partijen die dachten hem te kunnen controleren.

Dit markeerde het begin van de overgang van de Weimarrepubliek naar het Derde Rijk, een totalitair regime dat werd gedomineerd door de NSDAP.

De consolidatie van de macht en het totalitaire regime

De Rijksdagbrand en de Enabling Act

Na zijn benoeming tot rijkskanselier in januari 1933 zette Hitler snel stappen om zijn macht te consolideren. Op 27 februari 1933 werd de Rijksdag in Berlijn in brand gestoken. De NSDAP beweerde dat communistische samenzweerders verantwoordelijk waren, en dit incident werd gebruikt als een excuus om politieke tegenstanders te onderdrukken. De volgende dag ondertekende president Paul von Hindenburg de Rijksdagbrandverordening, die de burgerlijke vrijheden, zoals vrijheid van meningsuiting en vergadering, opschortte. Dit stelde de NSDAP in staat om dissidenten zonder proces te arresteren.

In maart 1933 nam de Rijksdag de Machtigingswet aan, die de regering de bevoegdheid gaf om wetten uit te vaardigen zonder goedkeuring van het parlement. Met deze wet had Hitler vrijwel absolute macht, en de basis voor een totalitair regime was gelegd. Binnen enkele maanden werden alle andere politieke partijen verboden en werden vakbonden ontbonden. Duitsland werd een eenpartijstaat onder leiding van de NSDAP.

De zuivering van interne en externe tegenstanders

Hoewel Hitler zijn controle over de regering had verstevigd, was zijn positie binnen de partij en ten opzichte van andere machtscentra nog niet volledig veilig. In juni 1934 vond de zogenaamde “Nacht van de Lange Messen” plaats, waarbij de SS onder leiding van Heinrich Himmler en Reinhard Heydrich tientallen leiders van de Sturmabteilung (SA) executeerde. De SA, onder leiding van Ernst Röhm, werd ervan beschuldigd een bedreiging te vormen voor Hitlers leiderschap vanwege hun revolutionaire ambities. Deze zuivering consolideerde de macht van Hitler binnen de partij en versterkte de rol van de SS als de belangrijkste machtsinstrument van het regime.

Tegelijkertijd gebruikte het regime staatsorganisaties zoals de Gestapo om externe tegenstanders te onderdrukken. Communisten, socialisten, vakbondsleiders en andere dissidenten werden systematisch gearresteerd en gevangengezet in concentratiekampen, waarvan Dachau het eerste was. Dit repressieve apparaat zorgde ervoor dat er weinig tot geen georganiseerde oppositie meer overbleef in Duitsland.

De rol van propaganda en controle over de samenleving

Propaganda speelde een centrale rol in het versterken van Hitlers macht. Joseph Goebbels, minister van Propaganda, gebruikte alle beschikbare middelen om de ideologie van de NSDAP te verspreiden en de bevolking te mobiliseren. Radio, kranten, films en massabijeenkomsten werden ingezet om het beeld van Hitler als de onfeilbare leider te promoten en om antisemitische en nationalistische boodschappen te verspreiden.

Daarnaast introduceerde de NSDAP uitgebreide programma’s om de samenleving te controleren en te herstructureren. Organisaties zoals de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel werden opgericht om jongeren te indoctrineren. Het onderwijsstelsel werd hervormd om de nazi-ideologie te weerspiegelen, en culturele instellingen werden gecensureerd om afwijkende meningen te elimineren.

Het antisemitische beleid en de rassenideologie

Centraal in de ideologie van de NSDAP stond het concept van raciale zuiverheid. Joden, Roma, gehandicapten, en andere groepen die als “ongewenst” werden beschouwd, werden systematisch gediscrimineerd en vervolgd. In 1935 werden de Neurenberger Wetten aangenomen, die Joden hun burgerrechten ontnamen en interraciale huwelijken verboden. Dit beleid was slechts een voorbode van de Holocaust, waarbij het regime een industrieel systeem van genocide creëerde.

Het regime promootte ook eugenetische programma’s, zoals gedwongen sterilisatie van mensen met aangeboren afwijkingen en, in sommige gevallen, gedwongen euthanasie. Dit programma, bekend als Aktion T4, was een grimmig voorbeeld van hoe de nazi-ideologie werd geïmplementeerd in beleid.

Militarisering en voorbereiding op oorlog

Vanaf het midden van de jaren 1930 begon de NSDAP een grootschalige herbewapening van Duitsland. Deze politiek was in strijd met het Verdrag van Versailles, maar het regime rechtvaardigde dit als noodzakelijk voor het herstel van de nationale trots en veiligheid. Adolf Hitler benadrukte in toespraken dat Duitsland een “Lebensraum” nodig had, een uitbreiding van zijn grondgebied ten koste van Oost-Europa, om te voorzien in de groei van het Duitse volk.

Militaire herbewapening ging gepaard met een agressief buitenlands beleid. Duitsland annexeerde in 1938 Oostenrijk (de Anschluss) en het Tsjechoslowaakse Sudetenland. Deze annexaties werden deels mogelijk gemaakt door het appeasementbeleid van westerse mogendheden, zoals Groot-Brittannië en Frankrijk, die een oorlog wilden vermijden.

De weg naar de Tweede Wereldoorlog

In augustus 1939 ondertekende Duitsland een niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie, bekend als het Molotov-Ribbentroppact. Dit pact omvatte geheime protocollen waarin de verdeling van Polen en andere Oost-Europese gebieden werd afgesproken. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen, wat leidde tot de officiële start van de Tweede Wereldoorlog. Twee dagen later verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk de oorlog aan Duitsland.

De invasie van Polen demonstreerde de strategie van de “Blitzkrieg”, een snelle en overweldigende aanvalstactiek die in de beginjaren van de oorlog effectief bleek. Hiermee zette de NSDAP haar plannen voor territoriale expansie in werking, wat leidde tot een conflict dat uiteindelijk miljoenen levens zou kosten.

De Tweede Wereldoorlog en de val van het Derde Rijk

De militaire expansie van het Derde Rijk

Na de invasie van Polen in 1939 volgden een reeks militaire campagnes waarmee Duitsland zijn territorium snel uitbreidde. In 1940 werden Denemarken en Noorwegen bezet, gevolgd door een succesvolle aanval op Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk. De Blitzkrieg-strategie, gebaseerd op snelle en goed gecoördineerde aanvallen door tanks, luchtmacht en infanterie, bleek in deze campagnes uiterst effectief.

Na de verovering van West-Europa richtte Duitsland zich op Groot-Brittannië. De Slag om Engeland, een luchtoorlog die in de zomer van 1940 begon, eindigde echter in een nederlaag voor Duitsland. De Britse Royal Air Force (RAF) wist de Duitse Luftwaffe te weerstaan, waardoor een geplande invasie van Groot-Brittannië werd voorkomen.

In juni 1941 lanceerde Duitsland Operatie Barbarossa, een grootschalige invasie van de Sovjet-Unie. Hoewel het Duitse leger aanvankelijk successen boekte en tot diep in Sovjetgebied oprukte, keerde het tij in de winter van 1941-1942 bij de Slag om Moskou. De Sovjet-Unie bleek een formidabele tegenstander en begon vanaf 1943 terrein terug te winnen.

De Holocaust en genocide

Centraal in de ideologie van de NSDAP stond het uitroeien van bevolkingsgroepen die als “inferieur” of “bedreigend” werden beschouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bereikte deze ideologie zijn gruwelijke hoogtepunt in de Holocaust.

Vanaf 1941 werd het beleid van systematische vervolging omgezet in een plan voor massale uitroeiing. Concentratie- en vernietigingskampen, zoals Auschwitz-Birkenau, Sobibor en Treblinka, werden operationeel. Miljoenen Joden, Roma, gehandicapten, politieke tegenstanders en andere groepen werden gedeporteerd naar deze kampen, waar ze werden vermoord in gaskamers of stierven door uitputting, honger en mishandeling. Naar schatting zes miljoen Joden werden gedood, samen met miljoenen andere slachtoffers.

De Holocaust werd georganiseerd door de SS onder leiding van Heinrich Himmler en uitgevoerd met een bureaucratische precisie. Het beruchte Wannseeconferentie in januari 1942 markeerde het moment waarop de “Endlösung der Judenfrage” (de definitieve oplossing van het Joodse vraagstuk) werd geformaliseerd.

Het keerpunt van de oorlog

Na de Duitse nederlaag bij Stalingrad in februari 1943 begon de balans van de oorlog te kantelen in het voordeel van de geallieerden. Het Rode Leger van de Sovjet-Unie begon een tegenoffensief dat leidde tot de bevrijding van grote delen van Oost-Europa. Tegelijkertijd voerden de westerse geallieerden bombardementen uit op Duitse steden en fabrieken, waardoor de Duitse oorlogsindustrie ernstig werd verzwakt.

In juni 1944 begon Operatie Overlord, ook wel bekend als D-Day. De invasie in Normandië door de westerse geallieerden openden een tweede front in Europa. Terwijl de Sovjet-Unie oprukte vanuit het oosten, rukten de westerse geallieerden op vanuit het westen. Duitsland werd ingesloten en leed steeds zwaardere verliezen.

De val van het Derde Rijk

In april 1945 bereikte het Rode Leger Berlijn. Adolf Hitler, geïsoleerd in zijn bunker onder de Rijkskanselarij, zag de onvermijdelijke nederlaag onder ogen. Op 30 april 1945 pleegde Hitler zelfmoord, samen met enkele van zijn naaste vertrouwelingen, waaronder Joseph Goebbels. Op 8 mei 1945 capituleerde Duitsland onvoorwaardelijk, waarmee een einde kwam aan het Derde Rijk en de Tweede Wereldoorlog in Europa.

Denazificatie en de Neurenbergse processen

Het proces van denazificatie

Na de nederlaag van nazi-Duitsland begonnen de geallieerden met een uitgebreid programma van denazificatie. Dit was bedoeld om de Duitse samenleving te zuiveren van nazi-invloeden en ervoor te zorgen dat een dergelijk regime nooit meer zou kunnen opstaan. Nazi-organisaties werden verboden, propaganda werd vernietigd, en voormalige partijleden werden vervolgd of uitgesloten van publieke functies.

Veel voormalige nazi’s werden geïnterneerd in kampen, waar hun betrokkenheid bij het regime werd onderzocht. Sommige werden vrijgelaten, terwijl anderen strengere straffen kregen. De denazificatie was echter complex en controversieel, met variërende resultaten in verschillende bezettingszones.

De Neurenbergse processen

In 1945 en 1946 vonden in Neurenberg de processen plaats tegen de belangrijkste nazi-leiders, die werden aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en het ontketenen van een agressieve oorlog. Belangrijke figuren zoals Hermann Göring, Rudolf Hess en Albert Speer stonden terecht. Twaalf van hen werden ter dood veroordeeld, anderen kregen lange gevangenisstraffen.

De processen hadden een belangrijke symbolische betekenis en legden een juridische basis voor het vervolgen van oorlogsmisdaden. Ze waren ook een belangrijk moment in de ontwikkeling van het internationale recht, met principes die later werden vastgelegd in verdragen zoals de Conventies van Genève.

Conclusie

De NSDAP was verantwoordelijk voor enkele van de donkerste hoofdstukken in de moderne geschiedenis. Van haar opkomst tijdens de instabiele jaren na de Eerste Wereldoorlog tot haar val in 1945, kenmerkte de partij zich door ideologieën van haat en veroveringsdrang. De impact van het nazi-regime blijft tot op de dag van vandaag voelbaar, en de herinnering aan de Holocaust en de oorlog dient als waarschuwing voor toekomstige generaties.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: Bundesarchiv, Bild 119-0289 / Unknown authorUnknown author / CC-BY-SA 3.0CC BY-SA 3.0 DE, via Wikimedia Commons
  2. Browning, Christopher R. (1992). Ordinary Men: Reserve Police Battalion 101 and the Final Solution in Poland. New York: HarperCollins. ISBN 978-0-06-099506-5.
  3. Kershaw, Ian (1998). Hitler: 1889-1936 Hubris. New York: W.W. Norton & Company. ISBN 978-0-393-04671-7.
  4. Evans, Richard J. (2005). The Third Reich in Power: 1933-1939. New York: Penguin Books. ISBN 978-0-14-303790-3.
  5. Snyder, Timothy (2010). Bloodlands: Europe Between Hitler and Stalin. New York: Basic Books. ISBN 978-0-465-00239-9.
  6. Longerich, Peter (2010). Holocaust: The Nazi Persecution and Murder of the Jews. Oxford: Oxford University Press. ISBN 978-0-19-280436-5.
  7. Mazower, Mark (2008). Hitler’s Empire: Nazi Rule in Occupied Europe. London: Penguin Books. ISBN 978-0-14-101192-9.
  8. Friedländer, Saul (2007). The Years of Extermination: Nazi Germany and the Jews, 1939-1945. New York: HarperCollins. ISBN 978-0-06-019043-9.
  9. Weale, Adrian (2012). Army of Evil: A History of the SS. New York: NAL Caliber. ISBN 978-0-451-23791-0.
  10. Bronnen van Geschiedenisblog