Louis Philippe I: De Laatste Burgerkoning van Frankrijk

Louis-Philippe, koning van Frankrijk van 1830 tot 1848, regeerde tijdens de Julimonarchie en werd afgezet tijdens de Revolutie van 1848.
Louis-Philippe I, de laatste koning van Frankrijk, stond bekend als de "Burgerkoning" en regeerde van 1830 tot 1848.

Louis Philippe I, geboren op 6 oktober 1773 in het Palais-Royal in Parijs, was een prominente Franse monarch die bekend stond als de “Burgerkoning.” Hij regeerde van 1830 tot 1848 als de laatste koning van Frankrijk, een periode die bekendstaat als de Julimonarchie. Zijn bewind kwam ten einde tijdens de revolutie van 1848, waarna hij gedwongen werd af te treden en de rest van zijn leven in ballingschap doorbracht. Louis Philippe was een complexe figuur die de overgang van de Franse Revolutie tot de oprichting van de Tweede Franse Republiek meemaakte. Zijn leven en politieke carrière weerspiegelen de onrustige tijden in Europa in de late 18e en vroege 19e eeuw.

De Vroege Jaren en Invloed van de Franse Revolutie

Louis Philippe werd geboren in een adellijke familie, als zoon van Louis Philippe II, hertog van Orléans, en Louise Marie Adélaïde de Bourbon. Zijn vader, ook wel bekend als Philippe Égalité, speelde een actieve rol tijdens de Franse Revolutie en steunde aanvankelijk de revolutionaire beweging. Louis Philippe volgde de progressieve idealen van zijn vader, wat hem ertoe bracht de Jacobijnen te steunen, een radicale politieke groep die invloedrijk was tijdens de vroege fase van de revolutie.

Op jonge leeftijd werd Louis Philippe getraind in de militaire kunsten en diende hij als officier in het Franse leger. Hij toonde moed tijdens de revolutionaire oorlogen, vooral tijdens de Slag bij Valmy in 1792, waar hij een belangrijke rol speelde in de verdediging van de nieuwe republiek tegen buitenlandse troepen. Ondanks zijn vroege steun voor de revolutie, raakte Louis Philippe uiteindelijk gedesillusioneerd toen de radicale vleugel van de revolutionaire regering de macht overnam en zijn vader, Philippe Égalité, stemde voor de executie van koning Lodewijk XVI in 1793.

De Franse Revolutie bereikte haar hoogtepunt tijdens de Terreur, een periode van politieke zuiveringen waarbij duizenden mensen werden geëxecuteerd. In deze onrustige tijd werd Louis Philippe, die zich steeds meer begon te verzetten tegen het revolutionaire regime, gedwongen Frankrijk te verlaten. In 1793 vluchtte hij naar Zwitserland, waarmee een lange periode van ballingschap begon die bijna twee decennia zou duren.

Ballingschap en Terugkeer naar Frankrijk

Gedurende zijn ballingschap verbleef Louis Philippe in verschillende Europese landen, waaronder Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Hij leefde een bescheiden bestaan en werkte zelfs als leraar in Zwitserland, waar hij aardrijkskunde, geschiedenis en wiskunde onderwees. Zijn vermogen om zich aan te passen aan de omstandigheden en zijn intellectuele nieuwsgierigheid droegen bij aan zijn groeiende reputatie als een pragmatisch en gematigd persoon.

Tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten, van 1796 tot 1798, maakte Louis Philippe kennis met invloedrijke Amerikaanse politici zoals George Washington en Alexander Hamilton. Deze periode in de Verenigde Staten versterkte zijn liberale overtuigingen en zijn waardering voor constitutionele monarchieën en democratische principes.

Na de val van Napoleon Bonaparte in 1815 keerde Louis Philippe terug naar Frankrijk. Het land werd toen geregeerd door zijn neef, koning Lodewijk XVIII, tijdens de Bourbon-restauratie. Hoewel hij loyaal bleef aan de monarchie, distantieerde hij zich van de ultraconservatieve vleugel van de regering en omarmde hij meer liberale ideeën. Hierdoor werd hij al snel gezien als een gematigde en een potentiële troonopvolger, vooral door de liberale facties in Frankrijk die tegen de reactionaire politiek van de Bourbon-monarchie waren.

Koning van de Fransen: De Julimonarchie

In 1830 leidde de Julirevolutie tot de val van koning Karel X, die gedwongen werd af te treden na een reeks onpopulaire maatregelen. Louis Philippe werd gekozen om hem op te volgen als “Koning der Fransen” in plaats van “Koning van Frankrijk.” Deze subtiele verandering in titel weerspiegelde de aard van zijn heerschappij: hij zag zichzelf als een monarch die regeerde bij gratie van het volk, in plaats van door goddelijk recht.

De Julimonarchie (1830-1848) werd gekenmerkt door een voorzichtig evenwicht tussen liberale hervormingen en conservatieve stabiliteit. In tegenstelling tot zijn voorgangers koos Louis Philippe voor een bescheidener levensstijl en stelde zich voor als een “burgerkoning,” wat hem aanvankelijk populair maakte bij de rijke burgerij. Onder zijn bewind kende Frankrijk een periode van economische groei, voornamelijk gestimuleerd door industriële expansie en koloniale veroveringen, zoals de Franse verovering van Algerije.

Hoewel zijn vroege regeerperiode relatief stabiel was, begon zijn populariteit in de jaren 1840 te tanen. De economische ongelijkheid in Frankrijk nam toe en de burgerij, die eerder zijn grootste steun was, raakte teleurgesteld in zijn conservatieve koers. De politieke onrust nam toe, wat uiteindelijk leidde tot de revolutie van 1848.

De Val van de Julimonarchie

In de jaren 1840 begon de positie van Louis Philippe I te verzwakken. Hoewel hij in het begin als de “Burgerkoning” werd geprezen, veranderde het sentiment in Frankrijk geleidelijk. De economische groei waar Frankrijk van profiteerde in de vroege jaren van zijn bewind, begon af te nemen, en sociale spanningen namen toe. De kloof tussen de rijke industriële elite en de arbeidersklasse groeide, wat leidde tot onvrede onder de bevolking. Terwijl de burgerij zich aanvankelijk tevreden stelde met de conservatieve koers van de koning, raakte ze teleurgesteld toen de hervormingen waar velen op hoopten, uitbleven.

Onder invloed van François Guizot, een prominente Franse staatsman, koos Louis Philippe steeds meer voor een behoudende politiek. Guizot adviseerde de koning om de macht bij de rijke elite te houden en politieke hervormingen te beperken. Hierdoor voelde een groot deel van de bevolking, vooral de middenklasse en arbeiders, zich buitengesloten van het politieke proces. Guizot’s veelzeggende advies aan de middenklasse was: “Rijk word en u zult stemrecht hebben”, een uitspraak die de ontevredenheid verder aanwakkerde.

De economische crisis van 1846 en de mislukte oogsten verergerden de situatie. Hongersnood en werkloosheid teisterden het land, wat leidde tot toenemende protesten tegen de regering. Louis Philippe bleef echter vasthouden aan zijn conservatieve beleid en weigerde concessies te doen aan de roep om hervormingen, zoals uitbreiding van het stemrecht.

De Revolutie van 1848

De groeiende ontevredenheid culmineerde in de revolutie van 1848. In februari van dat jaar brak er een opstand uit in Parijs, aangewakkerd door politieke en economische frustraties. Protesten en barricades in de straten van Parijs dwongen de regering om het leger in te zetten, wat leidde tot gewelddadige confrontaties tussen burgers en troepen. Ondanks de inzet van militaire macht om de orde te herstellen, bleven de protesten aanhouden en breidden ze zich uit naar andere steden.

Louis Philippe probeerde de situatie aanvankelijk te beheersen door premier Guizot te ontslaan in een poging om de opstand te kalmeren. Deze zet kwam echter te laat om de onrust te stoppen. Op 24 februari 1848 werd het duidelijk dat zijn bewind niet langer houdbaar was. In een poging om bloedvergieten te voorkomen, besloot Louis Philippe af te treden ten gunste van zijn kleinzoon, de negenjarige Philippe, graaf van Parijs.

Maar de situatie in Frankrijk was zodanig geëscaleerd dat zelfs een troonopvolger niet langer acceptabel was voor het revolutionaire volk. De roep om een republiek werd steeds luider, en op dezelfde dag dat Louis Philippe aftrad, werd de Tweede Franse Republiek uitgeroepen. Dit markeerde het einde van de Julimonarchie en van de monarchie in Frankrijk als geheel.

Ballingschap en Overlijden

Na zijn aftreden vluchtte Louis Philippe, samen met zijn vrouw, naar het Verenigd Koninkrijk. Gekleed in eenvoudige burgerkleding en onder de naam “Mr. Smith” bereikte hij Engeland, waar hij de rest van zijn leven in ballingschap zou doorbrengen. Ze vestigden zich in Claremont House in Surrey, een landgoed dat hen door de Britse regering ter beschikking was gesteld. Hoewel Louis Philippe het Verenigd Koninkrijk kende van zijn eerdere ballingschap, was zijn terugkeer deze keer definitief.

In ballingschap bleef hij betrekkelijk buiten de publieke aandacht. Hij werd geen belangrijk politiek figuur meer, maar behield wel contact met zijn aanhangers, de Orléanisten, die nog steeds hoopten op een herstel van de monarchie. Zijn gezondheid ging echter achteruit, en op 26 augustus 1850 overleed Louis Philippe op 76-jarige leeftijd in Claremont.

Zijn lichaam werd aanvankelijk begraven in een katholieke kapel in Weybridge, maar in 1876 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de Chapelle royale de Dreux, de traditionele begraafplaats van de Orléans-familie in Frankrijk. Dit markeerde het einde van een turbulent leven dat sterk werd beïnvloed door de politieke en sociale veranderingen die Europa in de 19e eeuw doormaakte.

Louis Philippe’s Regeerstijl en Koloniale Ambities

Hoewel Louis Philippe aanvankelijk populair was als de “Burgerkoning,” begon zijn regeerstijl steeds conservatiever te worden naarmate zijn bewind vorderde. In het begin van de Julimonarchie, in 1830, zette hij zich in voor een constitutionele monarchie met beperkte democratische hervormingen. Hij verminderde het koninklijke ceremonieel en koos ervoor om zichzelf als een bescheiden vorst te presenteren. Zijn politiek werd echter steeds meer beïnvloed door de rijke burgerij, waardoor zijn beleid de belangen van de industriële elite en bankiers diende.

Een van de meest prominente figuren in zijn regering was François Guizot, die Louis Philippe sterk beïnvloedde. Onder Guizot’s leiding voerde de koning een zeer conservatief beleid en beperkte hij de politieke participatie tot de gegoede burgerij. De verkiezingen werden beheerst door een klein electoraat van grootgrondbezitters en industriëlen, wat betekende dat slechts een klein percentage van de bevolking stemrecht had. Dit leidde tot toenemende spanningen binnen de lagere en middenklassen, die zich steeds meer uitgesloten voelden van het politieke proces.

Ondanks zijn binnenlandse problemen, richtte Louis Philippe zijn aandacht ook op de uitbreiding van het Franse koloniale rijk. De verovering van Algerije, die begon in 1830 onder zijn bewind, werd een belangrijk onderdeel van het Franse koloniale beleid. In de jaren 1840 was Algerije grotendeels veroverd, en de Franse invloed in Noord-Afrika werd uitgebreid. Louis Philippe’s regering zag de koloniale expansie als een manier om nationale trots en economische groei te stimuleren, vooral in tijden van binnenlandse onrust. Algerije werd een symbool van Frankrijk’s imperialistische ambities, hoewel de verovering gepaard ging met veel geweld en onderdrukking van de lokale bevolking.

Daarnaast versterkte Louis Philippe de relaties met Groot-Brittannië. Hij streefde naar een nauwe samenwerking tussen de twee landen, wat leidde tot een vreedzame periode in de Frans-Britse betrekkingen. Een hoogtepunt van deze vriendschap was zijn bezoek aan Queen Victoria in 1844, waarbij hij de eerste regerende Franse monarch werd die voet zette op Britse bodem sinds de middeleeuwen. Dit diplomatieke succes werd echter overschaduwd door de groeiende onrust in Frankrijk zelf.

Louis Philippe’s Neergang en Abdicatie

Hoewel Louis Philippe’s buitenlandse politiek enige successen kende, konden deze prestaties zijn binnenlandse problemen niet verhullen. De groeiende onvrede onder de arbeidersklasse en de roep om politieke hervormingen onder de middenklasse werden steeds luider. Het repressieve beleid van zijn regering, gecombineerd met de economische crisis van 1846, zorgde ervoor dat zijn populariteit verder afbrokkelde. Demonstraties, stakingen en voedselrellen werden in heel Frankrijk steeds vaker voorkomend.

De koning leek echter doof voor de oproepen tot verandering. In plaats van concessies te doen aan de hervormingsgezinde liberalen, bleef hij vasthouden aan zijn conservatieve koers. Dit leidde uiteindelijk tot de Revolutie van 1848. De opstand begon in februari van dat jaar, toen protesten tegen de regering uitbraken in Parijs. Binnen enkele dagen escaleerde de situatie, en de stad werd overspoeld door revolutionaire menigten die barricades opwierpen in de straten.

De situatie werd voor Louis Philippe onhoudbaar. Na enkele vergeefse pogingen om de orde te herstellen, besloot hij op 24 februari 1848 af te treden. In een poging om zijn dynastie te redden, deed hij afstand van de troon ten gunste van zijn kleinzoon, de graaf van Parijs. Dit bleek echter niet voldoende om de revolutie te stoppen. Het volk riep de Tweede Franse Republiek uit, en Louis Philippe werd gedwongen om in ballingschap te vluchten, ditmaal voorgoed.

Conclusie en Nalatenschap van Louis Philippe I

Na zijn gedwongen aftreden in 1848 bracht Louis Philippe de rest van zijn leven door in ballingschap in Engeland. Hij vestigde zich met zijn familie in Claremont House, Surrey, waar hij in relatieve rust en anonimiteit leefde tot zijn dood op 26 augustus 1850. Hoewel hij geen directe politieke rol meer speelde, bleef hij in contact met zijn aanhangers, de Orléanisten, die hoopten op een herstel van de monarchie. Zijn stoffelijke resten werden uiteindelijk naar Frankrijk overgebracht, waar hij werd begraven in de Chapelle royale de Dreux, het familiegraf van de Orléans.

Louis Philippe’s regeerperiode blijft een van de meest interessante hoofdstukken in de Franse geschiedenis. Zijn opkomst en val weerspiegelen de complexe sociale en politieke veranderingen in Frankrijk in de 19e eeuw. Zijn bewind begon met hoop op een constitutionele monarchie die de idealen van de Franse Revolutie zou verzoenen met stabiliteit en economische groei. Toch leidde zijn steeds conservatievere politiek en de uitsluiting van brede lagen van de bevolking tot zijn ondergang.

Louis Philippe wordt vaak herinnerd als een pragmatisch, maar ook behoudend leider, die het evenwicht tussen monarchie en republikeinse idealen niet kon handhaven. Zijn steun aan de industriële en financiële elite kwam ten koste van de arbeidersklasse en de middenklasse, die steeds meer ontevreden raakten over hun gebrek aan politieke inspraak. Zijn buitenlandse beleid, vooral de verovering van Algerije, en de nauwe banden met Groot-Brittannië brachten Frankrijk aanzien, maar deze successen konden zijn binnenlandse problemen niet oplossen.

De revolutie van 1848, die zijn val teweegbracht, markeerde het definitieve einde van de monarchie in Frankrijk. Hoewel de Orléanistische beweging zijn nalatenschap bleef steunen, was de tijd van koninklijke macht in Frankrijk voorbij. Zijn afstammelingen, zoals zijn dochter Louise-Marie die koningin van België werd, en zijn vele kleinkinderen die in Europa hooggeplaatste rollen vervulden, hielden zijn naam echter in ere.

Louis Philippe’s leven, van een jonge prins die in ballingschap door Europa zwierf, tot een koning die gedwongen werd af te treden, blijft een symbool van de veranderlijke en vaak onstabiele aard van de Franse politiek in de 19e eeuw.

Bronnen en meer informatie

  • Fortescue, William. Revolution and Counter-Revolution in France 1815-1852. Yale University Press, 1988.
  • Doyle, William. The Oxford History of the French Revolution. Oxford University Press, 2002.
  • Guizot, François. Memoirs to Illustrate the History of My Time. Cambridge University Press, 2014.
  • Jones, Colin. The Great Nation: France from Louis XV to Napoleon. Penguin Books, 2002.
  • Afbeelding: Franz Xaver Winterhalter , Publiekdomein, via Wikimedia Commons