Licinius: Romeinse keizer en rivaal van Constantijn I

Artistieke afbeelding van Licinius, Romeinse keizer, in oude Griekse stijl met laurierkrans en militaire kleding, tegen een klassieke achtergrond.
Een historisch geïnspireerd portret van Licinius, de Romeinse keizer die bekend staat om zijn conflicten met Constantijn en het Edict van Milaan.

Valerius Licinianus Licinius, beter bekend als Licinius (circa 265–325), was een Romeinse keizer die regeerde van 308 tot 324. Gedurende zijn heerschappij stond hij bekend als zowel bondgenoot als rivaal van Constantijn de Grote. Samen promulgeerden zij het beroemde Edict van Milaan, dat religieuze tolerantie voor christenen in het Romeinse Rijk legaliseerde. Licinius’ carrière eindigde echter met zijn nederlaag in de Slag bij Chrysopolis (324), waarna hij door Constantijn werd geëxecuteerd.

Vroege jaren en opkomst tot macht

Afkomst en militaire achtergrond

Licinius werd geboren in een boerenfamilie van Dacische afkomst in Moesia Superior, een provincie in het huidige Servië en Bulgarije. Als jonge man stond hij dicht bij Galerius, een toekomstige Romeinse keizer. Licinius vergezelde Galerius in 298 op diens militaire expeditie tegen de Perzen, waar hij zijn strategisch inzicht en loyaliteit bewees. Dit vertrouwen leidde ertoe dat Galerius Licinius in 307 naar Italië stuurde als gezant naar Maxentius, die een onwettige machtsclaim had. Hoewel een diplomatieke oplossing uitbleef, markeerde deze missie Licinius als een belangrijke speler in de Romeinse politiek.

Benoeming tot keizer

In 308, na de dood van Severus II, werd Licinius door Galerius benoemd tot Augustus van het Westen. Hij kreeg het bevel over de Balkangebieden, waaronder Illyricum, Thracië en Pannonië. In deze rol boekte hij in 310 een belangrijke overwinning tegen de Sarmaten, een nomadisch volk dat de Romeinse grenzen bedreigde.

Na de dood van Galerius in 311 kwam Licinius tot een akkoord met Maximinus Daza over de verdeling van de oostelijke provincies. Dit maakte Licinius niet alleen heerser over de westelijke provincies, maar gaf hem ook controle over Europese gebieden van het Oosten, terwijl Maximinus Aziatische provincies behield.

Huwelijk en het Edict van Milaan

In 313 versterkte Licinius zijn positie door te trouwen met Flavia Julia Constantia, de halfzus van Constantijn de Grote. Dit huwelijk symboliseerde de alliantie tussen beide keizers. Tijdens deze gelegenheid werd het Edict van Milaan afgekondigd, waarmee een einde kwam aan de christenvervolgingen en de vrijheid van godsdienst in het rijk werd hersteld. Het edict zorgde bovendien voor de teruggave van geconfisqueerde eigendommen aan christelijke gemeenschappen en verleende geestelijken vrijstelling van civiele verplichtingen.

Conflict met Maximinus Daza

Kort na het Edict van Milaan kwam Licinius in conflict met Maximinus Daza, die besloot Licinius aan te vallen. Ondanks dat Daza met een leger van 70.000 man over de Bosporus trok en steden zoals Byzantium en Heraclea innam, behaalde Licinius een doorslaggevende overwinning in de Slag bij Tzirallum in 313. Deze nederlaag dwong Daza zich terug te trekken naar Tarsus, waar hij kort daarna overleed. Met deze overwinning consolideerde Licinius zijn macht in het Oosten.

Conflict met Constantijn I

Eerste spanningen en oorlogen

De relatie tussen Licinius en Constantijn I begon als een strategische alliantie, maar verslechterde al snel tot een reeks conflicten. In 314 brak de eerste burgeroorlog uit tussen de twee keizers. Constantijn gebruikte als voorwendsel dat Licinius onderdak zou hebben geboden aan Senecio, een man die werd beschuldigd van samenzwering tegen Constantijn. De twee legers stuitten op elkaar bij de Slag bij Cibalae (8 oktober 314) in Pannonië. Hoewel Licinius beschikte over aanzienlijke troepen, behaalde Constantijn een beslissende overwinning.

Een tijdelijke vrede werd bereikt, waarbij beide keizers in 315 gezamenlijk consul werden. Deze overeenkomst was echter van korte duur. In 316 brak opnieuw oorlog uit toen Licinius Valerius Valens tot medekeizer benoemde, wat Constantijn als een bedreiging zag. De volgende confrontatie vond plaats in Thracië, bij de Slag bij Mardia. Ondanks een tactische nederlaag wist Licinius zich te hergroeperen en werd een nieuw akkoord bereikt, waarbij hij Valens uit de weg moest ruimen om de vrede te waarborgen.

Wapenstilstand en oplopende spanningen

Hoewel de conflicten tijdelijk werden gedempt, bleef de relatie tussen de twee keizers gespannen. Over een periode van bijna tien jaar hield Licinius zich bezig met militaire campagnes tegen externe bedreigingen, zoals de Sarmaten. Ondertussen breidde Constantijn zijn macht en invloed in het Westen gestaag uit. De situatie verslechterde in 321 toen Constantijn meerdere malen de grens tussen hun gebieden overstak, zogenaamd in de achtervolging van invallende stammen zoals de Gothen. Licinius beschouwde dit als een schending van hun afspraken, wat de spanningen verder deed escaleren.

Beslissende confrontaties in 324

De situatie bereikte een hoogtepunt in 324. Constantijn, inmiddels sterk in zijn positie, verklaarde openlijk oorlog tegen Licinius. Hij gebruikte zijn collega’s “onpopulariteit” en gevorderde leeftijd als propaganda om de steun van het leger en de bevolking te winnen. Het conflict begon met een zeeslag, waarin Licinius’ vloot van 350 schepen werd verslagen door Constantijns zoon Crispus bij de Slag bij de Hellespont. Tegelijkertijd vochten de legers op land, waarbij Constantijns troepen Licinius’ leger van 165.000 man versloegen bij de Slag bij Adrianopel op 3 juli 324.

Na deze nederlagen trok Licinius zich terug naar Byzantium. Daar probeerde hij stand te houden, maar hij werd uiteindelijk gedwongen zich terug te trekken naar Bithynië. De laatste slag, de Slag bij Chrysopolis (18 september 324), markeerde het einde van Licinius’ heerschappij.

Val en executie

Na zijn nederlaag probeerde Licinius zijn leven te redden door zich over te geven aan Constantijn. Dankzij de tussenkomst van Flavia Julia Constantia, Licinius’ vrouw en Constantijns zuster, werd zijn leven aanvankelijk gespaard. Hij werd verbannen naar Thessaloniki, terwijl zijn medekeizer Martinian naar Cappadocië werd gestuurd. Deze genade bleek echter van korte duur. Licinius werd beschuldigd van nieuwe samenzweringen tegen Constantijn, waaronder het proberen te rekruteren van barbaarse troepen. Hij werd uiteindelijk geëxecuteerd in 325, naar verluidt door ophanging.

Karakter, beleid en nalatenschap

Religieuze politiek: een ambivalente aanpak

Licinius heeft een complexe reputatie in de geschiedenis, deels vanwege de manier waarop zijn religieuze beleid werd geïnterpreteerd. Samen met Constantijn I was hij medeopsteller van het Edict van Milaan, waarmee de vervolging van christenen officieel werd beëindigd. Het edict, dat christenen vrijheid van geloof en de teruggave van eigendommen garandeerde, vormde een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van religieuze tolerantie in het Romeinse Rijk.

Aanvankelijk leek Licinius de christelijke zaak te ondersteunen. Hij nam christelijke symbolen op in zijn legerstandaarden en reguleerde, net als Constantijn, de interne organisatie van de kerk. Zijn huwelijk met Flavia Julia Constantia, een toegewijd christen, versterkte deze indruk. Sommige bronnen suggereren zelfs dat hij overwoog zich te bekeren tot het christendom.

Tegen het einde van zijn bewind veranderde zijn houding echter. Onder invloed van toenemende rivaliteit met Constantijn en misschien uit politieke noodzaak, voerde Licinius een beleid dat door christelijke auteurs als vijandig werd beschreven. Volgens Eusebius van Caesarea, een geschiedschrijver en bondgenoot van Constantijn, begon Licinius christenen uit zijn hof te verwijderen en hen te dwingen offers te brengen aan de traditionele Romeinse goden. Deze acties, al dan niet overdreven door christelijke bronnen, droegen bij aan zijn negatieve imago na zijn val.

Politiek en militaire strategie

Militair toonde Licinius zich competent maar niet uitzonderlijk. Hij behaalde belangrijke overwinningen tegen zowel interne als externe vijanden, zoals de Sarmaten en Maximinus Daza. Zijn nederlagen tegen Constantijn waren echter bepalend voor zijn historische plaatsing. Hoewel hij beschikte over aanzienlijke legers en strategische middelen, was hij uiteindelijk niet opgewassen tegen Constantijns militaire bekwaamheid en propaganda.

Politiek was Licinius pragmatisch. Zijn samenwerking met Galerius en latere verzoeningen met Constantijn waren pogingen om de eenheid van het rijk te waarborgen. Zijn benoeming van medekeizers, zoals Valerius Valens en Martinian, was bedoeld om zijn positie te versterken, maar dit leidde vaak tot interne verdeeldheid.

De nasleep: damnatio memoriae

Na zijn nederlaag en executie werd Licinius door Constantijns regime het slachtoffer van een damnatio memoriae, een officiële veroordeling van zijn nagedachtenis. Zijn wetten werden ongeldig verklaard, zijn beelden werden vernietigd, en zijn naam werd uit de officiële geschiedschrijving gewist. Deze actie was een gebruikelijk instrument in de Romeinse politiek om de legitimiteit van een nieuwe heerser te versterken en de reputatie van een voorganger te schaden.

Licinius’ nalatenschap

Hoewel Licinius vaak in de schaduw staat van Constantijn, blijft zijn rol in de overgangsperiode van het Romeinse Rijk naar een christelijk rijk cruciaal. Zijn bijdrage aan het Edict van Milaan wordt vaak ondergewaardeerd, evenals zijn pogingen om stabiliteit te brengen in een tumultueus politiek landschap. Ondanks zijn uiteindelijke nederlaag speelde Licinius een sleutelrol in de geschiedenis van het Romeinse Rijk en de vroege kerk.

Conclusie

Licinius was een complexe figuur: een keizer die balanceerde tussen pragmatisch leiderschap en politieke noodzaak. Zijn militaire en politieke carrière weerspiegelt de uitdagingen van de Tetrarchie, waarin machtsverdeling en persoonlijke ambities vaak tot conflicten leidden. Hoewel hij uiteindelijk werd verslagen door Constantijn en zijn nagedachtenis werd verwoest, blijft zijn bijdrage aan de geschiedenis van het Romeinse Rijk, vooral via het Edict van Milaan, van blijvend belang.

Bronnen en meer informatie

  1. Craven, Maxwell (2019). The Imperial Families of Ancient Rome. Fonthill Media.
    ISBN: 978-1781557389.
  2. Jones, A.H.M., Martindale, J.R. (1971). The Prosopography of the Later Roman Empire, Vol. I: AD 260–395. Cambridge University Press.
    ISBN: 978-0521072336.
  3. Gibbon, Edward (2000, herdruk). The History of the Decline and Fall of the Roman Empire. Modern Library.
    ISBN: 978-0375758119.
  4. Carrié, Jean-Michel; Rousselle, Aline (1999). L’Empire Romain en mutation: des Sévères à Constantin, 192–337. Éditions du Seuil.
    ISBN: 978-2020258196.
  5. Barnes, Timothy D. (1981). Constantine and Eusebius. Harvard University Press.
    ISBN: 978-0674165311.
  6. Grant, Michael (1993). The Emperor Constantine. Phoenix Press.
    ISBN: 978-1857992229.
  7. Leithart, Peter J. (2010). Defending Constantine: The Twilight of an Empire and the Dawn of Christendom. InterVarsity Press.
    ISBN: 978-0830827220.
  8. Pears, Edwin (1909). The Campaign against Paganism A.D. 324. The English Historical Review, Vol. 24, No. 93.
    ISBN: 978-1376237742 (voor herdruk van originele editie).