Fascisme: oorsprong, kenmerken en impact in de geschiedenis

Benito Mussolini en quadrumvirs tijdens fascistisch congres in Napels, vlak voor de Mars op Rome, 1922.
Benito Mussolini met quadrumvirs op het fascistische congres in Napels, enkele dagen voor de Mars op Rome in 1922.

Fascisme is een politieke ideologie en beweging die wordt gekenmerkt door autoritair leiderschap, ultranationalisme en het streven naar een gecentraliseerde autocratie. Deze ideologie, die meestal aan de uiterste rechterzijde van het politieke spectrum wordt geplaatst, is tegen democratie, liberalisme, socialisme en andere egalitaire systemen. Fascistische regimes benadrukken de ondergeschiktheid van individuele belangen aan wat wordt gezien als het hogere belang van de natie of het ras.

Kenmerken van fascisme

Historici hebben fascisme omschreven als een combinatie van een aantal gemeenschappelijke elementen:

  • Autoritair leiderschap: Fascistische staten worden vaak geleid door een dictator met onbeperkte macht.
  • Militarisme: Er is een sterke nadruk op militarisatie en oorlog als middel voor nationale heropleving.
  • Anti-egalitarisme: Fascisme verzet zich tegen gelijkheidsprincipes en promoot in plaats daarvan een natuurlijke sociale hiërarchie.
  • Nationale wedergeboorte: Fascisten gebruiken mythen over nationale decadentie en vernieuwing om de massa te mobiliseren.
  • Economische controle: Hoewel fascistische staten zowel private als publieke eigendom toestaan, streven zij naar sterke staatscontrole over de economie.

Fascisten geloven vaak in de noodzaak van geweld en imperialisme om nationale doelen te bereiken. Dit heeft geleid tot genociden, deportaties en andere vormen van onderdrukking onder fascistische regimes.

Ontstaan van fascisme

De wortels van fascisme liggen in het Europa van de vroege 20e eeuw. De eerste fascistische bewegingen ontstonden in Italië tijdens de Eerste Wereldoorlog. Onder leiding van Benito Mussolini streefde het Italiaanse fascisme naar een hervorming van de samenleving door het combineren van nationalistische en syndicalistische ideeën. In Duitsland vond fascisme zijn meest beruchte vorm in het nazisme, geleid door Adolf Hitler.

Het symbool en de etymologie

Het woord “fascisme” komt van het Italiaanse fascio, wat “bundel” betekent. Dit is afgeleid van het Latijnse fasces, een bundel stokken met een bijl, een symbool van autoriteit in het oude Rome. Het idee van kracht door eenheid, gesymboliseerd door een bundel stokken die moeilijk te breken is, stond centraal in de fascistische ideologie.

Opkomst van fascisme in Europa

Fascisme ontwikkelde zich in de context van de economische, politieke en sociale onrust die Europa na de Eerste Wereldoorlog teisterde. Landen als Italië en Duitsland zagen in deze periode een breed gedragen ontevredenheid over de bestaande politieke systemen, die vaak werden beschouwd als zwak of inefficiënt. Deze instabiliteit, gecombineerd met gevoelens van nationale vernedering en economische crisis, legde de basis voor de opkomst van fascistische bewegingen.

Fascisme in Italië

In Italië speelde Benito Mussolini een centrale rol in de oprichting van het fascisme. Als voormalig socialist brak hij met zijn partij vanwege hun oppositie tegen Italiaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Mussolini richtte in 1919 de Fasci Italiani di Combattimento op, een beweging die pleitte voor sterke nationale eenheid, militarisme en economische hervormingen. Zijn boodschap resoneerde met de middenklasse, veteranen en degenen die bang waren voor een socialistische revolutie.

De fascistische partij verwierf snel aanhang en gebruikte politieke en fysieke intimidatie om hun doelen te bereiken. In 1922 organiseerde Mussolini de “Mars op Rome”, waarbij fascistische aanhangers de hoofdstad bezetten. Onder druk van een dreigende burgeroorlog benoemde koning Victor Emanuel III Mussolini tot premier. Vanaf dat moment consolideerde Mussolini zijn macht en veranderde Italië in een eenpartijstaat.

Fascisme in Duitsland

In Duitsland vormde de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog en de vernederende bepalingen van het Verdrag van Versailles een vruchtbare bodem voor Adolf Hitler en de nationaalsocialistische beweging. Hitler, die in 1921 de leiding over de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) overnam, gebruikte de economische depressie van de jaren 1920 en 1930 om zijn boodschap van nationalisme, antisemitisme en herbewapening van Duitsland te verspreiden.

Net als Mussolini gebruikte Hitler propaganda, geweld en paramilitaire organisaties om zijn politieke tegenstanders te intimideren. In 1933 werd hij benoemd tot rijkskanselier en vestigde hij een totalitaire dictatuur waarin de NSDAP alle aspecten van het Duitse leven controleerde. Onder Hitler’s bewind zou het fascisme in Duitsland uitmonden in een agressieve buitenlandse politiek en de systematische genocide op miljoenen mensen, waaronder zes miljoen Joden tijdens de Holocaust.

Fascisme in Nederland

Fascisme kende in Nederland tijdens het interbellum een bescheiden opkomst. Invloedrijke organisaties zoals de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), opgericht in 1931 door Anton Mussert, probeerden de ideologie te verspreiden. De NSB combineerde nationalistische en autoritaire ideeën met bewondering voor fascistisch Italië en nazi-Duitsland. Het fascisme in Nederland richtte zich op nationale eenheid en economische hervormingen, maar stuitte op brede weerstand vanuit politieke en maatschappelijke groeperingen, waaronder socialisten, liberalen en confessionele partijen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde de NSB openlijk met de Duitse bezetter, wat leidde tot verdere maatschappelijke veroordeling. Hoewel de NSB zich aanvankelijk richtte op Nederlandse belangen, nam het antisemitisme en de loyaliteit aan nazi-Duitsland toe. Na de bevrijding in 1945 werd de beweging verboden, en leiders zoals Mussert werden berecht.

Fascistische ideeën bleven na de oorlog marginaal in Nederland, mede door sterke democratische instituties en de herinnering aan de oorlog.

Fascisme elders in Europa

Hoewel Italië en Duitsland de bekendste voorbeelden van fascisme zijn, verspreidde de ideologie zich ook naar andere delen van Europa. In Spanje leidde de generaal Francisco Franco een fascistisch regime na de overwinning in de Spaanse Burgeroorlog (1936–1939). Ook in landen als Hongarije, Roemenië en Oostenrijk ontstonden fascistische bewegingen, hoewel deze vaak afhankelijk waren van steun van Duitsland of Italië.

Kenmerken van fascistische regimes

Fascistische regeringen deelden een aantal fundamentele kenmerken:

  • Sterke leidercultus: Zowel Mussolini als Hitler bouwden hun regimes op rond de verering van hun persoonlijkheid.
  • Censuur en propaganda: Media werden streng gecontroleerd om de staatsideologie te bevorderen en afwijkende meningen te onderdrukken.
  • Paramilitaire organisaties: Groepen zoals de Zwarthemden in Italië en de SA in Duitsland gebruikten geweld om oppositie te onderdrukken.
  • Racisme en discriminatie: In Duitsland leidde dit tot de rassenwetten van Neurenberg en uiteindelijk de Holocaust.
  • Militaire expansie: Fascistische staten voerden vaak oorlogen om hun invloedssfeer uit te breiden.

Fascisme tijdens de Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog (1939–1945) was het hoogtepunt van fascistische expansiedrang. Duitsland, Italië en hun bondgenoten vormden de Asmogendheden, die een agressieve en genocidale politiek voerden. Onder leiding van Hitler en Mussolini probeerden zij hun ideologie van autoritair nationalisme, raciale superioriteit en militarisme te verspreiden. De oorlog bracht de desastreuze gevolgen van fascisme wereldwijd aan het licht.

Duitsland en de Holocaust

De nazi-ideologie draaide om de suprematie van het “Arische ras” en de noodzaak om “inferieure” rassen en politieke tegenstanders te elimineren. Dit leidde tot systematische vervolging en massamoord op Joden, Roma, gehandicapten, homoseksuelen en andere groepen. De Holocaust, waarbij zes miljoen Joden werden vermoord, staat symbool voor de gruwelijkheden die voortvloeiden uit de raciale en totalitaire politiek van nazi-Duitsland.

De oorlogspolitiek van Duitsland was gericht op het veroveren van “Lebensraum” (leefruimte) in Oost-Europa. Dit leidde tot brute bezetting en massale deportaties van burgers naar werkkampen en vernietigingskampen. De Duitse Wehrmacht, SS en Gestapo werkten samen om terreur te zaaien in de bezette gebieden.

Italië’s zwakke rol en val van Mussolini

Italië was een van de eerste fascistische staten, maar zijn militaire prestaties tijdens de Tweede Wereldoorlog waren slecht. Mussolini’s troepen hadden moeite om succesvol te opereren in Griekenland en Noord-Afrika, waardoor ze afhankelijk werden van Duitse steun. Dit versterkte Duitsland’s invloed op Italië en verzwakte Mussolini’s regime.

In 1943, na geallieerde invasies in Zuid-Italië en een reeks militaire nederlagen, werd Mussolini afgezet door zijn eigen Grote Fascistische Raad. Hij werd gearresteerd, maar later bevrijd door Duitse troepen en geïnstalleerd als leider van de Duitse marionettenstaat, de Italiaanse Sociale Republiek. Deze “republiek” had weinig autonomie en werd uiteindelijk volledig overschaduwd door de Duitse aanwezigheid.

Andere fascistische regimes in oorlogstijd

Naast Italië en Duitsland waren er andere fascistische bondgenoten en satellietstaten tijdens de oorlog:

  • Japan: Hoewel niet officieel fascistisch, deelde het Japanse keizerlijke regime overeenkomsten zoals ultranationalisme, militarisme en autoritarisme.
  • Hongarije: Onder leiding van de Pijlkruiserspartij steunde het land de Duitse oorlogsinspanningen en nam deel aan antisemitische vervolgingen.
  • Roemenië: Het regime van Ion Antonescu was een trouwe bondgenoot van Duitsland en verantwoordelijk voor de dood van honderdduizenden Joden en Roma.

De nederlaag van de Asmogendheden

De Asmogendheden werden vanaf 1943 geconfronteerd met een reeks tegenslagen. Geallieerde successen, zoals de invasie van Normandië in 1944 en het Sovjetoffensief aan het oostfront, duwden Duitsland en zijn bondgenoten steeds verder terug. In 1945 stortten de fascistische regimes in:

  • Duitsland: Na zware bombardementen en het verlies van belangrijke fronten pleegde Hitler op 30 april 1945 zelfmoord in zijn bunker. Duitsland capituleerde op 8 mei 1945.
  • Italië: Mussolini werd op 28 april 1945 gevangen genomen en geëxecuteerd door Italiaanse partizanen. De Italiaanse Sociale Republiek viel snel daarna.

Gevolgen van de oorlog voor fascisme

De nederlaag van de fascistische staten leidde tot de delegitimatie van fascistische ideologieën. De wereld werd geconfronteerd met de verschrikkingen van de Holocaust en de verwoestingen veroorzaakt door totalitaire regimes. Tijdens de processen van Neurenberg (1945–1949) werden leiders van nazi-Duitsland berecht voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Nasleep van het fascisme en opkomst van neofascisme

Na de val van de fascistische regimes in 1945 leek het fascisme als ideologie definitief gediskrediteerd. De gruweldaden van de Holocaust en de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog zorgden ervoor dat fascisme wereldwijd werd veroordeeld. Toch verdwenen fascistische ideeën niet volledig, en in de decennia na de oorlog vonden ze nieuwe vormen en aanhangers.

De Nurembergprocessen en berechting van oorlogsmisdadigers

De Neurenbergprocessen (1945–1949) speelden een cruciale rol in de afrekening met de misdaden van fascistische regimes, met name nazi-Duitsland. Hoge Duitse leiders werden berecht voor oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en het starten van een agressieve oorlog. De processen legden de ideologische basis voor het internationaal strafrecht en het concept van misdaden tegen de menselijkheid.

Italië kende een soortgelijke periode van zuiveringen. Na de oorlog werden verschillende fascistische functionarissen berecht, hoewel Italië nooit een proces van dezelfde schaal als Neurenberg organiseerde. In Spanje bleven echter fascistische structuren bestaan onder het bewind van generaal Franco, die zijn autoritaire regime behield tot zijn dood in 1975.

Fascisme en de Koude Oorlog

Tijdens de Koude Oorlog kregen voormalige fascisten in sommige gevallen de kans om zich opnieuw te integreren in de samenleving. In West-Duitsland werden voormalige nazi-functionarissen soms ingezet in overheidsposities, aangezien de focus meer lag op het bestrijden van het communisme dan op het volledig elimineren van fascistische invloeden. Dit leidde tot controverse en spanningen in landen die zich opnieuw wilden opbouwen.

In Spanje, Portugal en delen van Latijns-Amerika bleven autoritaire regimes met fascistische kenmerken aan de macht. Het Franco-regime in Spanje (1939–1975) en de Estado Novo in Portugal (1933–1974) hanteerden nationalistische, autoritaire en anticommunistische principes die sterk aan het interbellum herinnerden.

De opkomst van neofascisme

Vanaf de jaren 1950 verschenen er neofascistische bewegingen die elementen van het klassieke fascisme combineerden met nieuwe politieke strategieën. Ze pasten hun retoriek aan om aantrekkelijker te zijn in een post-oorlogse democratische context, vaak met een focus op immigratie en nationalisme.

  1. Italië: De Italiaanse Sociale Beweging (Movimento Sociale Italiano, MSI) werd opgericht in 1946 en groeide uit tot de belangrijkste neofascistische partij in Italië. Hoewel het zichzelf uiteindelijk herstructureerde als de Nationaal Alliantie (Alleanza Nazionale), behield het haar nationalistische en autoritaire wortels.
  2. Duitsland: Neofascistische groeperingen in Duitsland, zoals de Nationale Democratische Partij van Duitsland (NPD), opereerden aan de randen van het politieke spectrum. Hoewel hun invloed beperkt bleef, werden ze een bron van zorg vanwege hun extremistische ideologieën.
  3. Internationaal: In landen als Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten kwamen eveneens extreemrechtse bewegingen op, zoals de National Front in het VK en diverse neonazistische groeperingen.

Neofascisme in de 21e eeuw

In de 21e eeuw hebben neofascistische en extreemrechtse bewegingen opnieuw terrein gewonnen, vaak geholpen door economische crises, globalisering en sociale spanningen. Sommige van deze bewegingen vermijden expliciet fascistische symbolen, maar omarmen nationalisme, xenofobie en autoritaire retoriek.

Voorbeelden zijn de Gouden Dageraad in Griekenland, die in de jaren 2010 opkwam maar later verboden werd, en extreemrechtse partijen in Oost-Europa die zich richten op traditionele waarden en tegen migratie. In sommige gevallen hebben dergelijke bewegingen politieke macht verkregen of coalities gevormd met gevestigde partijen.

Conclusie: lessen en waarschuwingen

Het fascisme en zijn varianten hebben een verwoestend effect gehad op de wereldgeschiedenis, met als hoogtepunt de verschrikkingen van de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog. Hoewel fascisme na 1945 grotendeels in diskrediet werd gebracht, blijven de kernprincipes – nationalisme, autoritarisme en sociale uitsluiting – weerklinken in hedendaagse politieke bewegingen. Het is belangrijk om alert te blijven op de opkomst van ideologieën die democratische waarden ondermijnen, zodat de lessen van het verleden niet worden vergeten.

Bronnen en meer informatie

  1. Afbeelding: [Naples Fascist rally], Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Kershaw, Ian (2008). Fate of the Nation: How the Second World War Transformed Europe. Penguin. ISBN 978-0141014210.
  3. Payne, Stanley G. (1995). A History of Fascism, 1914–1945. University of Wisconsin Press. ISBN 978-0299148744.
  4. Griffin, Roger (1993). The Nature of Fascism. Routledge. ISBN 978-0415096614.
  5. Gentile, Emilio (2005). Fascismo: Storia e interpretazione. Laterza. ISBN 978-8842071480.
  6. Eatwell, Roger (2003). Fascism: A History. Vintage. ISBN 978-0099448471.
  7. Mei1940.org. Fascisme. Geraadpleegd op 21 januari 2025, van https://mei1940.org/fascisme/.
  8. Bronnen van Geschiedenisblog