De Eerste Franse Republiek (Frans: Première République), opgericht op 21 september 1792 tijdens de Franse Revolutie, luidde een tumultueuze periode in de Franse geschiedenis in. Deze republiek, vaak aangeduid als Revolutionair Frankrijk, kende verschillende regeringsvormen voordat het op 18 mei 1804 plaatsmaakte voor het Eerste Franse Keizerrijk onder Napoléon Bonaparte. Het tijdperk van de Eerste Republiek werd gekenmerkt door de val van de monarchie, de oprichting van de Nationale Conventie, de Terreur, en uiteindelijk de opkomst van het Consulaat.
Inhoudsopgave
Het Einde van de Monarchie in Frankrijk
De Afschaffing van de Monarchie
Tijdens de Franse Revolutie bereikte de onvrede over de monarchie een hoogtepunt onder de Wetgevende Vergadering, die in de jaren voorafgaand aan de Eerste Republiek regeerde. Terwijl Frankrijk verwikkeld was in oorlogen met Oostenrijk en Pruisen, publiceerde de hertog van Brunswick op 25 juli 1792 het zogenaamde Brunswick Manifest. Dit document dreigde met vernietiging van Parijs als de Franse koninklijke familie schade zou worden berokkend. Dit ultimatum voedde de woede van de revolutionaire facties en versnelde de politieke onrust.
De Bestorming van het Tuilerieënpaleis
De revolutionaire spanning culmineerde op 10 augustus 1792, toen Parijse revolutionairen het Tuilerieënpaleis bestormden. Tijdens deze opstand werden ongeveer zeshonderd Zwitserse lijfwachten van koning Lodewijk XVI vermoord. De koning werd gevangen genomen, en de roep om de afschaffing van de monarchie werd steeds luider.
De Septembermoorden
Na de arrestatie van de koning verspreidde zich een angst voor contrarevolutionaire activiteiten. In september 1792 werden deze angsten omgezet in geweld tijdens de zogenaamde Septembermoorden. Revolutionaire menigten drongen gevangenissen binnen en doodden meer dan de helft van de gevangenen, waaronder edelen, geestelijken en politieke gevangenen, maar ook gewone criminelen. Deze meedogenloze golf van geweld onderstreepte de intensiteit van de revolutionaire woede en markeerde een donker hoofdstuk in de aanloop naar de Eerste Republiek.
De Proclamatie van de Republiek
Op 21 september 1792 kwam de pas opgerichte Nationale Conventie bijeen. Eén van de eerste daden van deze vergadering was de officiële afschaffing van de monarchie en de oprichting van de Franse Republiek. Koning Lodewijk XVI, gedegradeerd tot burger Louis Capet, werd berecht voor hoogverraad. Zijn executie op 21 januari 1793 symboliseerde het definitieve einde van het Franse koninkrijk.
Het Directoire en de Val van de Eerste Republiek
De Oprichting van het Directoire
Na de val van Robespierre en het Jakobijnse bewind probeerde de Nationale Conventie stabiliteit te herstellen in een door chaos geteisterd Frankrijk. Dit leidde in 1795 tot de invoering van de Grondwet van het Jaar III. Deze grondwet schafte de radicale maatregelen van het Comité van Algemeen Welzijn af en richtte een nieuw regeringssysteem op: het Directoire. Dit systeem werd gekenmerkt door een scheiding van uitvoerende en wetgevende macht en had als doel een gematigder politiek klimaat te creëren.
Het Directoire, dat op 3 november 1795 officieel werd ingesteld, bestond uit een vijfkoppige uitvoerende raad. Daarnaast was er een tweekamerparlement, bestaande uit de Raad van Vijfhonderd en de Raad van Ouderlingen. Deze structuur moest voorkomen dat één enkele factie of persoon de macht zou grijpen, zoals onder de Jakobijnen was gebeurd.
Economische en Sociale Problemen
Ondanks de nieuwe politieke orde bleef Frankrijk kampen met ernstige economische problemen. De hyperinflatie van de assignats (papieren geld) leidde tot een crisis, waardoor de bevolking verder verarmde. De sociale onvrede nam toe, en arbeiders en boeren eisten hervormingen die het Directoire niet kon leveren. Tegelijkertijd bleef het land verwikkeld in oorlogen tegen Europese coalities, wat zowel de economie als het moreel onder druk zette.
De instabiliteit werd verder verergerd door politieke verdeeldheid. Royalisten probeerden de monarchie te herstellen, terwijl radicale republikeinen bleven aandringen op meer revolutionaire hervormingen. Het Directoire slaagde er slechts gedeeltelijk in deze spanningen te beheersen en werd uiteindelijk steeds afhankelijker van het leger om zijn macht te behouden.
Interne Conflicten en Externe Dreigingen
Het Directoire stond bekend om zijn corruptie en inefficiëntie. Veel van zijn leden gebruikten hun positie om persoonlijk gewin te behalen, wat het vertrouwen van het publiek in de regering verder ondermijnde. Tegelijkertijd werden militaire leiders, zoals Napoleon Bonaparte, steeds invloedrijker. Dankzij een reeks militaire successen, waaronder de Italiaanse veldtocht, verwierf Napoleon een enorme populariteit bij het Franse volk en binnen de politiek.
De interne verdeeldheid en de onstabiele economische situatie maakten het Directoire kwetsbaar voor zowel interne als externe dreigingen. In 1798 en 1799 leden de Franse legers een reeks nederlagen, wat het moreel verder aantastte. Royalisten en radicale republikeinen maakten gebruik van de zwakte van het regime om hun eigen agenda te bevorderen, terwijl het Directoire steeds meer controle verloor.
De Val van het Directoire
De uiteindelijke ondergang van het Directoire werd ingeluid door de staatsgreep van 18 Brumaire (9 november 1799). Deze coup werd georganiseerd door leden van het Directoire zelf, waaronder Emmanuel Joseph Sieyès, die samenwerkten met Napoleon Bonaparte. Napoleon, die al een nationale held was, gebruikte zijn militaire macht en politieke invloed om het Directoire omver te werpen en een nieuwe regering te installeren: het Consulaat.
Het Consulaat en de Overgang naar het Keizerrijk
De Staatsgreep van 18 Brumaire
De staatsgreep van 18 Brumaire in het jaar VIII (9 november 1799) markeerde het einde van het Directoire en het begin van een nieuwe fase in de Franse geschiedenis. Onder leiding van Napoleon Bonaparte grepen de samenzweerders de macht en schafte men het Directoire af. In plaats daarvan werd een nieuwe regering gevormd: het Consulaat. Deze staatsgreep wordt vaak beschouwd als een belangrijke stap in de consolidatie van Napoleons macht en het einde van de Eerste Franse Republiek als democratisch experiment.
De Structuur van het Consulaat
Het Consulaat werd officieel opgericht op 12 december 1799. Het regeringssysteem was nominale een republikeinse regering, maar in de praktijk lag de macht grotendeels in handen van Napoleon, die als Eerste Consul de uitvoerende macht controleerde. Twee andere consuls, die vooral een ceremoniële functie hadden, ondersteunden hem. Onder het Consulaat werden enkele revolutionaire idealen, zoals burgerrechten en secularisme, behouden, maar de democratische besluitvorming werd drastisch beperkt.
Napoleon voerde administratieve hervormingen door die Frankrijk een stabieler politiek en economisch fundament gaven. Hij reorganiseerde het belastingstelsel, verbeterde het onderwijssysteem en stelde het Code Civil (ook bekend als de Napoleontische Code) in, die een blijvende invloed zou hebben op het Franse rechtssysteem en daarbuiten.
De Weg naar het Keizerrijk
Hoewel het Consulaat in naam een republiek was, waren de tekenen van Napoleons ambities om alleenheerser te worden duidelijk. In 1802 werd hij tot consul voor het leven benoemd via een referendum. Deze stap consolideerde zijn macht en effende het pad naar een monarchale structuur. Op 18 mei 1804 werd Napoleon door de Sénat conservateur uitgeroepen tot keizer van de Fransen. Op 2 december van datzelfde jaar kroonde hij zichzelf tot keizer in een ceremonie in de Notre-Dame van Parijs, waarmee hij de Eerste Franse Republiek officieel beëindigde en het Eerste Franse Keizerrijk vestigde.
Conclusie
De Eerste Franse Republiek vertegenwoordigde een van de meest tumultueuze perioden in de Franse geschiedenis. Ze begon met de val van de monarchie en de oprichting van de Republiek, gevolgd door een radicale en gewelddadige fase tijdens de Reign of Terror, en eindigde met de opkomst van Napoleon Bonaparte en zijn transformatie van de Republiek in een keizerrijk. Hoewel de Republiek slechts twaalf jaar duurde, liet ze een blijvende erfenis na, waaronder de afschaffing van het feodalisme, de verspreiding van revolutionaire idealen in Europa, en de invoering van hervormingen die de basis legden voor de moderne Franse staat.
Bronnen en meer informatie
- Doyle, William. The Oxford History of the French Revolution. Oxford: Oxford University Press, 1989. ISBN 978-0199252985.
- Everdell, William R. The End of Kings: A History of Republics and Republicans. Chicago: University of Chicago Press, 2000. ISBN 0-226-22482-1.
- “Robespierre and the Terror.” History Today. Gearchiveerd op 30 september 2018.
- Censer, Jack R., en Lynn Hunt. Liberty, Equality, Fraternity: Exploring the French Revolution. Pennsylvania State University Press, 2004.
- “Bank notes of the French Revolution and First Republic” (PDF). Gearchiveerd op 8 december 2013.