De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (19 april 1775 – 3 september 1783), ook bekend als de Amerikaanse Revolutie, was een gewapend conflict waarin de dertien Amerikaanse koloniën streden voor onafhankelijkheid van Groot-Brittannië. Deze oorlog markeerde een keerpunt in de wereldgeschiedenis en legde de basis voor de oprichting van de Verenigde Staten.
Het conflict, dat werd uitgevochten op het Noord-Amerikaanse continent, in de Cariben en op de Atlantische Oceaan, eindigde met het Verdrag van Parijs in 1783. Hierin erkende Groot-Brittannië officieel de soevereiniteit van de Verenigde Staten. De oorsprong van de oorlog ligt in een reeks van economische en politieke spanningen tussen Groot-Brittannië en haar koloniën, die uiteindelijk escaleerden tot een revolutionaire strijd.
Inhoudsopgave
Achtergrond: Spanningen tussen Groot-Brittannië en de Koloniën
Het Effect van de Zevenjarige Oorlog
Na de overwinning van Groot-Brittannië in de Zevenjarige Oorlog (1756–1763) verwierf het rijk aanzienlijke territoria in Noord-Amerika. Het Verdrag van Parijs in 1763 gaf Groot-Brittannië controle over Frans Canada, Florida en gebieden ten oosten van de Mississippi. Deze territoriale winst vergrootte echter de uitdagingen voor het Britse bestuur, zoals het beheren van relaties met inheemse volkeren en het financieren van militaire garnizoenen.
De Koninklijke Proclamatie van 1763, die verdere westwaartse koloniale expansie beperkte, leidde tot wrok bij kolonisten die landclaims hadden op gebieden voorbij de Appalachische bergen. Ondertussen voerden Britse autoriteiten belastingen in, zoals de Sugar Act (1764) en de Stamp Act (1765), om de kosten van de oorlog en het koloniale bestuur te dekken. Dit zorgde voor toenemende frustratie bij kolonisten, die geen stem hadden in het Britse parlement maar wel belastingen moesten betalen.
Politieke Spanningen: “Geen Belasting Zonder Vertegenwoordiging”
Het motto “No taxation without representation” werd een centrale leus van de kolonisten. Het benadrukte hun overtuiging dat alleen hun eigen gekozen vertegenwoordigers bevoegd waren om belastingen op te leggen. De Stamp Act Congress van 1765 markeerde een eerste gezamenlijke inspanning van de koloniën om de Britse wetgeving tegen te gaan. Hoewel de Stamp Act werd ingetrokken, bleef de onvrede bestaan.
De situatie escaleerde verder met de Townshend Acts (1767), die invoerrechten oplegden op goederen zoals glas en thee. Koloniale protesten, waaronder boycots van Britse goederen, werden steeds heftiger. In 1770 culmineerde dit in het Boston Massacre, waarbij Britse soldaten vijf ongewapende kolonisten doodschoten. Dit incident vergrootte de kloof tussen Groot-Brittannië en de Amerikaanse koloniën.
De Weg naar Oorlog: Het Begin van de Revolutie
Het Boston Tea Party en de Intolerable Acts
In 1773 probeerde Groot-Brittannië via de Tea Act de economische positie van de East India Company te verbeteren door een monopolie op thee te vestigen. Dit leidde tot het beroemde Boston Tea Party, waarbij kolonisten vermomd als Mohawk-indianen thee in de haven van Boston dumpten. Als vergelding nam het Britse parlement de Intolerable Acts aan in 1774, die onder andere de haven van Boston sloten en het zelfbestuur van Massachusetts beperkten.
Deze wetten werden door de kolonisten gezien als een aanval op hun rechten en autonomie. Dit leidde tot het bijeenroepen van het Eerste Continentale Congres, waarin vertegenwoordigers van twaalf koloniën samenkwamen om een gemeenschappelijk standpunt te formuleren. Ze stuurden een petitie naar koning George III, maar ook dit werd genegeerd.
De Eerste Schermutselingen: Lexington en Concord
De spanningen bereikten een kookpunt in april 1775, toen Britse troepen probeerden koloniale wapenvoorraden in Concord, Massachusetts, te confisqueren. Dit leidde tot de Slag bij Lexington en Concord, die vaak wordt beschouwd als het begin van de Onafhankelijkheidsoorlog. De schermutselingen verspreidden zich snel en brachten duizenden koloniale milities op de been.
In juni 1775 werd de Tweede Continentale Congres bijeengeroepen, die George Washington benoemde tot opperbevelhebber van het nieuw gevormde Continentale Leger. De oorlog nam een nieuwe wending toen de koloniën formeel tot rebellie werden verklaard door het Britse parlement.
De periode tussen 1763 en 1775 werd gekenmerkt door een opeenstapeling van spanningen tussen Groot-Brittannië en haar koloniën. Wat begon als een protest tegen belastingdruk en gebrek aan vertegenwoordiging, groeide uit tot een gewapend conflict. Het mislukken van politieke compromissen en de vastberadenheid van de kolonisten om hun rechten te verdedigen, maakten oorlog onvermijdelijk.
Internationale Betrokkenheid en Militaire Campagnes
De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog ontwikkelde zich al snel van een intern conflict tot een strijd met wereldwijde dimensies. De betrokkenheid van Europese mogendheden zoals Frankrijk, Spanje en de Nederlandse Republiek bleek cruciaal voor de uiteindelijke overwinning van de Amerikaanse kolonisten. Tegelijkertijd werden de militaire campagnes op het Amerikaanse vasteland gekenmerkt door zowel strategische successen als zware nederlagen voor beide partijen.
Franse Betrokkenheid: Een Keerpunt in de Oorlog
Het Franse Belang bij de Amerikaanse Revolutie
Frankrijk, dat aanzienlijke verliezen had geleden in de Zevenjarige Oorlog, zag de Amerikaanse Revolutie als een kans om wraak te nemen op Groot-Brittannië en haar wereldwijde invloed te verminderen. Aanvankelijk verleende Frankrijk in het geheim financiële en militaire steun aan de kolonisten, voornamelijk via wapens en munitie geleverd door handelaren.
De Amerikaanse overwinning in de Slag bij Saratoga (1777) overtuigde Frankrijk ervan dat de kolonisten een serieuze kans hadden om de oorlog te winnen. In 1778 ondertekenden de Verenigde Staten en Frankrijk twee verdragen: het Verdrag van Amity and Commerce, dat handelsbetrekkingen regelde, en het Verdrag van Alliantie, waarin Frankrijk militaire steun toezegde in ruil voor wederzijdse verdediging tegen Groot-Brittannië.
Militaire en Maritieme Hulp
Frankrijk leverde niet alleen financiële hulp, maar stuurde ook troepen, officieren en een krachtige vloot. Generaal Gilbert du Motier, markies de Lafayette, werd een belangrijk figuur in de samenwerking tussen het Continentale Leger en de Franse troepen. De Franse marine, onder leiding van admiraal Comte de Grasse, speelde een cruciale rol bij het blokkeren van Britse versterkingen tijdens de beslissende Slag om Yorktown in 1781.
Spaanse en Nederlandse Ondersteuning
Spanje: Een Bondgenoot op de Flanken
Hoewel Spanje formeel geen bondgenoot van de Verenigde Staten werd, speelde het een belangrijke rol in de strijd tegen Groot-Brittannië. Onder leiding van gouverneur Bernardo de Gálvez van Spaans Louisiana lanceerden Spaanse troepen offensieven in het zuiden. Ze veroverden Britse forten in Baton Rouge (1779), Natchez en Pensacola (1781). Door controle te krijgen over de monding van de Mississippi-rivier, bemoeilijkte Spanje de Britse bevoorrading en ondermijnde het de Britse invloed in het zuiden.
De Nederlandse Republiek
De Nederlandse Republiek steunde de kolonisten aanvankelijk door het leveren van wapens en andere goederen via de Caribische kolonie Sint Eustatius. In 1780 verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan Nederland, deels vanwege deze steun. Hoewel Nederland militair zwakker was, bood het financiële hulp en zorgde het voor diplomatieke druk op Groot-Brittannië.
Nederland was traditioneel afhankelijk van handel en scheepvaart. Tijdens de Amerikaanse Revolutie raakte de handel verstoord doordat Groot-Brittannië de Nederlandse schepen begon te onderscheppen en handelsroutes blokkeerde. Dit leidde tot aanzienlijke verliezen voor de Nederlandse economie. De marine van Groot-Brittannië viel Nederlandse koopvaardijschepen aan, vooral nadat de Republiek de kant van de Amerikanen koos. Dit resulteerde in een verlies van zowel schepen als handelsgoederen. Door het verlies in de Vierde Engelse Oorlog verloor Nederland belangrijke koloniën en handelsposities, zoals Negapatnam in India en delen van de West-Indische koloniën.
De Republiek verloor haar status als grote mogendheid. De oorlog maakte duidelijk dat Nederland niet meer in staat was om zichzelf effectief te verdedigen of invloed uit te oefenen op het wereldtoneel.
De Britse Strategie en Tegenslagen
Het Noordelijke Front: De Slag om Saratoga
In de vroege oorlogsjaren richtte Groot-Brittannië zich op het onderdrukken van de opstand in de noordelijke koloniën. De Slag om Saratoga in oktober 1777 markeerde een keerpunt. Het Britse leger, onder bevel van generaal John Burgoyne, werd verslagen door het Continentale Leger onder leiding van generaals Horatio Gates en Benedict Arnold. Deze Amerikaanse overwinning zorgde niet alleen voor Franse betrokkenheid, maar demoraliseerde ook de Britse troepen en leiderschap.
Het Zuidelijke Front: Britse Successen en Tegenslagen
In 1778 verlegde Groot-Brittannië de focus naar het zuiden, waar het hoopte op steun van loyalisten. Generaal Charles Cornwallis boekte aanvankelijk successen, zoals de inname van Charleston in 1780, de zwaarste nederlaag voor het Continentale Leger. Echter, de Britse strategie faalde op de lange termijn door de weerstand van lokale milities en het gebrek aan grootschalige loyalistische steun.
De Slag bij Cowpens (1781) en de Slag bij Guilford Court House toonden de veerkracht van de koloniale troepen. Hoewel Cornwallis tactisch enkele overwinningen behaalde, leden zijn troepen zware verliezen, wat zijn campagne uiteindelijk verzwakte.
De Beslissende Campagne: Yorktown
Frans-Amerikaanse Samenwerking
In 1781 begon de campagne die de oorlog zou beslissen. De gecombineerde Frans-Amerikaanse troepen, geleid door generaal George Washington en de Franse generaal Rochambeau, marcheerden naar Yorktown, Virginia. Tegelijkertijd blokkeerde de Franse vloot onder admiraal De Grasse de toegang tot de Chesapeake Bay, waardoor Britse versterkingen onmogelijk werden.
De Overgave van Cornwallis
Na een drie weken durende belegering gaven de Britse troepen onder Cornwallis zich op 19 oktober 1781 over. Deze overwinning markeerde het einde van grootschalige gevechten in Noord-Amerika. Hoewel de oorlog op andere fronten doorging, was de Britse positie in de koloniën onhoudbaar geworden.
Met de hulp van buitenlandse mogendheden en door effectieve militaire strategieën konden de kolonisten enkele van de belangrijkste overwinningen in de Onafhankelijkheidsoorlog behalen. Het derde deel zal zich richten op de politieke onderhandelingen die volgden, de impact van de oorlog op de betrokken partijen, en de uiteindelijke voorwaarden van het Verdrag van Parijs.
Politieke Onderhandelingen en De Weg naar Onafhankelijkheid
De Amerikaanse overwinning bij Yorktown in 1781 markeerde een beslissend keerpunt in de Onafhankelijkheidsoorlog. Hoewel de strijd op sommige fronten nog doorging, was het duidelijk dat Groot-Brittannië niet langer in staat was om de Amerikaanse opstand te onderdrukken. De aandacht verschoof naar diplomatieke onderhandelingen, waarbij de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje betrokken waren. Het Verdrag van Parijs in 1783 bezegelde uiteindelijk de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten en herdefinieerde de geopolitieke verhoudingen in Noord-Amerika.
De Diplomatieke Fase: Van Oorlog naar Vrede
De Moeizame Weg naar Onderhandelingen
De onderhandelingen voor een vredesverdrag werden bemoeilijkt door tegenstrijdige belangen tussen de verschillende partijen. De Verenigde Staten, vertegenwoordigd door Benjamin Franklin, John Adams, en John Jay, wilden volledige onafhankelijkheid en controle over het gebied tussen de Appalachen en de Mississippi. Frankrijk, dat een sleutelrol had gespeeld in het conflict, probeerde de macht van Groot-Brittannië verder te verzwakken, terwijl Spanje vooral geïnteresseerd was in het heroveren van Florida en Gibraltar.
In Groot-Brittannië ontstond politieke verdeeldheid over hoe de oorlog moest worden beëindigd. Premier Lord North trad in 1782 af na een parlementaire stemming tegen het voortzetten van de oorlog. Zijn opvolger, Lord Rockingham, was meer geneigd om een vredesregeling te accepteren die de Amerikaanse onafhankelijkheid erkende.
Het Verdrag van Parijs: Voorwaarden en Gevolgen
De onderhandelingen, die plaatsvonden in Parijs, leidden tot een voorlopige overeenkomst in november 1782. Het definitieve Verdrag van Parijs werd ondertekend op 3 september 1783. De belangrijkste bepalingen waren:
- Groot-Brittannië erkende de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.
- De grenzen van de nieuwe natie werden vastgesteld van de Atlantische Oceaan tot de Mississippi en van Canada tot Florida.
- Amerikaanse vissers kregen toegang tot de wateren rond Newfoundland.
- Zowel Groot-Brittannië als de Verenigde Staten kregen recht op vrije doorvaart op de Mississippi-rivier.
- Loyalisten die tijdens de oorlog land hadden verloren, kregen compensatie beloofd, hoewel dit in de praktijk zelden werd uitgevoerd.
Het verdrag werd door het Amerikaanse Congres geratificeerd op 14 januari 1784, waarmee de Onafhankelijkheidsoorlog formeel werd beëindigd.
De Gevolgen van de Onafhankelijkheidsoorlog
Voor de Verenigde Staten
De Verenigde Staten stonden voor de uitdaging om een nieuwe natie op te bouwen. Hoewel ze onafhankelijk waren geworden, bleef de jonge republiek kwetsbaar. De oorlog had het land economisch uitgeput, en er waren spanningen tussen staten over grenzen, schulden en politieke macht. Het Articles of Confederation, het eerste nationale regeringsdocument, bleek te zwak om een verenigd bestuur te garanderen, wat uiteindelijk leidde tot de grondwet van 1787.
Voor Groot-Brittannië
Voor Groot-Brittannië betekende het verlies van de koloniën een grote klap voor haar wereldwijde prestige, maar het land herstelde zich relatief snel. Het richtte zich op het uitbreiden van haar invloed in India, Afrika en andere delen van het Britse Rijk. Intern leidde de oorlog tot meer kritiek op de monarchie en de manier waarop de oorlog was gevoerd.
Voor Andere Betrokken Partijen
- Frankrijk: Hoewel Frankrijk een belangrijke rol speelde in de Amerikaanse overwinning, leidde de financiële steun aan de kolonisten tot enorme schulden. Dit droeg bij aan de economische crisis die uiteindelijk de Franse Revolutie in 1789 ontketende.
- Spanje: Spanje herwon Florida en versterkte haar positie in Noord-Amerika, maar kreeg te maken met groeiende spanningen met de Verenigde Staten over de controle van het gebied langs de Mississippi.
- Nederland: De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog leidde tot economische neergang, verlies van koloniën (zoals Negapatnam), afname van internationale macht, versterking van politieke spanningen tussen Patriotten en Orangisten, en ideologische inspiratie voor democratische hervormingen, resulterend in de latere Bataafse Revolutie en Franse invloed.
- Inheemse Volkeren: Voor de inheemse Amerikaanse volkeren had de oorlog verwoestende gevolgen. Velen hadden Groot-Brittannië gesteund in de hoop dat dit hun land zou beschermen tegen koloniale expansie. Na het verdrag verloren ze echter veel van hun grondgebied en werden ze geconfronteerd met toenemende verdrijving en marginalisering.
Het Einde van de Strijd
Op 25 november 1783 verlieten de laatste Britse troepen New York City, waarmee de oorlog formeel eindigde. Deze gebeurtenis, bekend als Evacuation Day, symboliseerde het begin van een nieuw tijdperk voor de Verenigde Staten. Generaal George Washington nam op 23 december 1783 afscheid van zijn troepen en legde zijn rol als opperbevelhebber neer, waarmee hij het principe van burgerlijk bestuur over het leger benadrukte.
Conclusie
De Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog was een cruciaal moment in de geschiedenis van zowel Noord-Amerika als de wereld. Het conflict markeerde de geboorte van een nieuwe natie en veranderde de geopolitieke verhoudingen ingrijpend. De steun van buitenlandse bondgenoten en de vastberadenheid van de kolonisten speelden een sleutelrol in de overwinning. Tegelijkertijd bracht de oorlog enorme uitdagingen en blijvende gevolgen met zich mee, zowel voor de Verenigde Staten als voor de andere betrokken partijen.
Bronnen en meer informatie
- Bailyn, Bernard (2007). To Begin the World Anew: The Genius and Ambiguities of the American Founders. Knopf Doubleday Publishing Group. ISBN 978-0307429780. Analyse van de intellectuele achtergronden en impact van de Founding Fathers.
- Ferling, John (2007). Almost a Miracle: The American Victory in the War of Independence. Oxford University Press. ISBN 978-0199758470. Een uitgebreide geschiedenis van de oorlog, met focus op strategie en politieke context.
- Middlekauff, Robert (2007). The Glorious Cause: The American Revolution, 1763–1789. Oxford University Press. ISBN 978-0199740925. Een allesomvattende studie van de oorzaken, gebeurtenissen en gevolgen van de Revolutie.
- Allison, David K., and Larrie D. Ferreiro, eds. (2018). The American Revolution: A World War. Smithsonian Institution. ISBN 978-1588346599. Verkenning van de Revolutionaire Oorlog in een globaal perspectief.
- Dull, Jonathan R. (1987). A Diplomatic History of the American Revolution. Yale University Press. ISBN 978-0300038866. Een gedetailleerd overzicht van de internationale diplomatie tijdens de Revolutie.
- McCullough, David (2005). 1776. Simon & Schuster. ISBN 978-0743287708. Een meeslepend verslag van de cruciale gebeurtenissen in het jaar 1776.
- Fischer, David Hackett (2004). Washington’s Crossing. Oxford University Press. ISBN 978-0195170344. Diepgaande studie van George Washingtons strategische overwinning bij Trenton.
- Jasanoff, Maya (2012). Liberty’s Exiles: American Loyalists in the Revolutionary World. Vintage Books. ISBN 978-1400075478. Onderzoek naar loyalisten die het Britse rijk na de Revolutie opnieuw opbouwden.
- Chernow, Ron (2010). Washington: A Life. Penguin Press. ISBN 978-1594202667. Bekroonde biografie van George Washington.
- Berkin, Carol (2005). Revolutionary Mothers: Women in the Struggle for America’s Independence. Alfred A. Knopf. ISBN 978-1400041633. Een blik op de rol van vrouwen tijdens de Amerikaanse Revolutie.
- Buchanan, John (1997). The Road to Guilford Courthouse: The American Revolution in the Carolinas. John Wiley & Sons. ISBN 978-0471164029. Geschiedenis van de zuidelijke campagnes van de Revolutie.
- Harvey, Robert (2004). A Few Bloody Noses: The American Revolutionary War. Robinson. ISBN 978-1841199528. Een Brits perspectief op de Amerikaanse Revolutie.
- Higginbotham, Don (1983). The War of American Independence: Military Attitudes, Policies, and Practice, 1763–1789. Northeastern University Press. ISBN 978-0930350448. Analyse van militaire tactieken en politieke strategieën.
- Frey, Sylvia R. (1982). The British Soldier in America: A Social History of Military Life in the Revolutionary Period. University of Texas Press. ISBN 978-0292780408. Sociale geschiedenis van Britse soldaten in Noord-Amerika.
- O’Shaughnessy, Andrew Jackson (2013). The Men Who Lost America: British Leadership, the American Revolution, and the Fate of the Empire. Yale University Press. ISBN 978-0300191073. Onderzoek naar Britse leiders die verantwoordelijk waren voor het verlies van Amerika.
- Afbeelding: John Trumbull , Public domain, via Wikimedia Commons